Drie jaar geleden werd de Iraans-Zweedse wetenschapper Ahmadreza Djalali - die ook aan de VUB verbonden is - in Iran ter dood veroordeeld. Iran zou nu opdracht gegeven hebben om de man in de isolatiecel te plaatsen en zijn doodvonnis uiterlijk een week na 24 november uit te voeren. Voorlopig laat de EU een eigen burger in de steek, argumenteert Kanko. “Als het Europa menens is met het respect voor de mensenrechten moeten er nu nieuwe stappen worden gezet. EU-sancties tegen de Iraanse functionarissen die bij deze zaak betrokken zijn, dringen zich op. Europarlementslid Kanko is lid van de commissie Mensenrechten van het Europees Parlement.

Tientallen Europarlementsleden ondertekenen de brief

Assita Kanko wil dat de EU er alles aan doet om Djalali, die intussen ook het Zweedse staatsburgerschap heeft, te redden. “Nadat het Europees Parlement in het verleden al uitdrukkelijk opriep tot de onmiddellijke vrijlating van Ahmadreza Djalali, heb ik opnieuw een parlementaire vraag gesteld aan de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid Borrell. Ik heb mijn collega’s aangespoord om de onderstaande brief aan Borrell mee te ondertekenen en mee aan de kar te trekken opdat het volledige diplomatieke gewicht van het Europees Parlement en de EU kan gebruikt worden om de executie van Dr. Djalali te voorkomen.”

Geen eerlijk proces

De VN-Mensenrechtenraad stelde al ernstige inbreuken op het recht van Dr. Djalali op een eerlijk proces vast, aldus Kanko. “De raad riep daarop op tot zijn onmiddellijke vrijlating, en ook het Europees Parlement heeft de Iraanse autoriteiten daartoe al herhaaldelijk opgeroepen. Dokter Djalali zit deze maand drie jaar in de dodencel en zijn executie lijkt imminent. Dus wil ik graag weten welke nieuwe stappen Europa nu wil ondernemen met het oog op zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating. De man moet zo snel mogelijk kunnen terugkeren naar zijn vrouw en twee kinderen in Zweden.”

De brief van Assita Kanko aan Josep Borrell:

Geachte Heer Hoge Vertegenwoordiger/vicevoorzitter Josep Borrell Fontelles,

Wij, ondergetekende leden van het Europees Parlement, werden opgeschrikt door berichten dat de Zweeds-Iraanse academicus dr. Ahmadreza Djalali overgebracht werd naar de Raja’i Shahr gevangenis in Karaj om er in eenzame opsluiting te wachten op zijn executie, die binnen de week zou worden voltrokken. Op 24 november 2020 belde hij zijn vrouw met de melding dat dit zijn laatste vaarwel was.

Zoals u weet, werd dr. Djalali, een EU-burger, drie jaar geleden ter dood veroordeeld na een oneerlijk proces.

Wij vragen u ten stelligste om er bij de Iraanse autoriteiten op aan te dringen om onmiddellijk over te gaan tot een herziening van dit vonnis en om dr. Djalali niet te executeren, en om individuele ministers van Buitenlandse Zaken van de EU aan te moedigen om hetzelfde te doen.

Voorts vragen wij u om beperkende maatregelen voor te bereiden tegen Iraanse functionarissen die betrokken waren bij het oneerlijke proces, de opsluiting en de dreigende executie van dr. Djalali en om verdere sancties tegen Iran te overwegen ingeval de Iraanse overheden niet zouden ingaan op de vraag van de EU en haar lidstaten om dr. Djalali vrij te laten.

Met de meeste hoogachting,

Assita Kanko