Een goede kennis van het Nederlands en onderwijskwaliteit gaan hand in hand. Toch staan beide al vele jaren onder grote druk, zo blijkt uit elk (internationaal) onderzoek. Het aantal leerlingen met een andere thuistaal stijgt, wat zich in heel wat scholen ook laat voelen. De voorbije jaren werden al heel wat maatregelen genomen. De verplichte Taalscreening in de derde kleuterklas en de bijhorende taalremediëringstrajecten zorgen ervoor dat leerlingen niet met een taalachterstand beginnen aan het eerste leerjaar. Nieuwe minimumdoelen in het secundair onderwijs behandelen Nederlands als prioriteit. En in Zomerscholen kunnen leerlingen remediëren en kennis bijspijkeren, met een focus op het Nederlands.

Schooljaar van het Nederlands

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts wil nu nog een stap verder gaan. Van het huidige schooljaar 2023-2024 wil Weyts het ‘Schooljaar van het Nederlands’ maken. Om het initiatief extra kracht bij te zetten, investeert Weyts structureel 20 miljoen euro in scholen die extra ondersteuning nodig hebben. Het gaat om een investering in 512 scholen waar minstens de helft van de leerlingen een andere thuistaal hebben. Scholen kunnen deze middelen gebruiken om extra personeel aan te trekken, voor de organisatie van extra lesuren Nederlands, of kunnen via begeleidingsdiensten, lerarenopleidingen of andere organisaties extra expertise in huis halen om in te zetten op meer Nederlands.

Maïzena van samenleving

“Het Nederlands is de maïzena van onze samenleving: het is wat ons bindt en samenhoudt”, zegt Weyts. “Op school is het dan weer het vak dat alle andere vakken mogelijk maakt. Daarom investeren we extra in scholen die extra ondersteuning nodig hebben.”