“Aangepaste voertuigen én aangepaste haltes zijn essentieel om de toegankelijkheid van het openbaar vervoer te verbeteren. Daarnaast is het van belang dat de chauffeurs weten hoe ze deze mensen kunnen begeleiden indien dat nodig blijkt”, vindt Maertens. “Idealiter kunnen dus ook scootmobiels op de bus of de tram.”

Flexvervoer en flexplusvervoer

De komende jaren wordt het vervoer op maat uitgerold in Vlaanderen, met als belangrijke onderdelen het flexvervoer en het flexplusvervoer. Het flexvervoer is het vervoer dat reizigers boeken via de mobiliteitscentrale en dat hen van halte naar halte brengt zonder vaste trajecten of vaste tijden. Het flexplusvervoer richt zich op personen die omwille van een mobiliteitsbeperking niet mee kunnen met de rest van het openbaar vervoer. Ook hier is voorafgaande boeking nodig. 

Voor de N-VA is het noodzakelijk dat de nieuwe diensten even toegankelijk blijven als de belbussen van vandaag. “Het aanbod moet laagdrempelig blijven. We moeten er absoluut voor zorgen dat eens het flexplusvervoer wordt ingevoerd, iedereen voor wie het geregeld vervoer geen optie is minstens van hetzelfde mobiliteitsaanbod kan genieten als nu”, zegt Marius Meremans.  

Aangepaste haltes

Naast de voertuigen zelf wijst Tine van der Vloet op het belang van de toegankelijkheid van haltes en de rol die lokale besturen daarbij kunnen spelen. Er bestaat een charter ‘Masterplan toegankelijke haltes’ voor gemeenten. “We willen lokale besturen aanmoedigen om dat charter te ondertekenen en mee te werken aan meer toegankelijk openbaar vervoer.”

Aangepast mobiliteitsbeleid voor meer inclusie

“Een aangepast mobiliteitsbeleid kan heel veel mensen meer op weg helpen. Daarbij gaat het niet alleen om toegankelijke voertuigen, maar ook om een comfortabele omgeving, bereikbare haltes en informatie die voor iedereen helder en toegankelijk is. Zo kan een aangepast mobiliteitsbeleid mee leiden tot meer inclusie”, besluiten de parlementsleden.