Er bestaat niet één wonderoplossing om het lerarentekort meteen volledig op te lossen. Er zijn dus veel initiatieven op veel verschillende fronten nodig. Onderwijsminister Ben Weyts nam al heel wat maatregelen binnen het decreet ‘tot uitvoering van dringende maatregelen om het lerarenambt in het basis- en secundair onderwijs te herwaarderen’. Dat decreet krijgt nu een vervolg met het ‘voorstel van decreet tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt’ van enkele parlementsleden van de meerderheid die zetelen in de commissie Onderwijs. Het is een nieuwe batterij aan maatregelen waar creativiteit en flexibiliteit centraal staan.

De leraar-specialist

Het voorstel van decreet maakt het lerarenberoep onder meer aantrekkelijk door meer waardering te geven aan de bestaande leerkrachten. De invoering van de ‘leraar-specialist’ geeft een aantal ervaren leerkrachten per school de opportuniteit om hun expertise te verzilveren, zegt Karolien Grosemans. “Vandaag kampt het lerarenberoep met het vooroordeel dat er na de vaste benoeming niet veel mobiliteit meer mogelijk is voor het gros van de leerkrachten. We rekenen nu verder af met die historisch vlakke loopbaan door de introductie van de leraar-specialist in het basis- en secundair onderwijs: een ervaren leerkracht die een bepaalde periode de ruimte krijgt om zijn/haar specialiteit gericht in te zetten of verder te ontwikkelen. Daar staat ook een extra verloning tegenover. Zo tonen we onze waardering ten aanzien van ervaren leerkrachten, maken we het lerarenberoep in zijn geheel aantrekkelijker én verhogen we de onderwijskwaliteit. Autonomie staat centraal: scholen kiezen op basis van hun eigen noden en hun eigen prioriteiten hoe ze die leraar-specialist inzetten.  We zetten scholen zo ook aan om hun HR beleid verder uit te bouwen.”

De adjunct-directeur in het basisonderwijs

Het nieuwe decreet voert in het basisonderwijs het selectieambt van adjunct-directeur in. “Opnieuw een mogelijkheid voor personeelsleden om de vlakke loopbaan te doorbreken en ook meer mogelijkheden om een hedendaags schoolbeleid in het basisonderwijs uit te bouwen.  Vandaag zit er immers een grote taaklast en druk bij de directeur die in het basisonderwijs op weinig ondersteuning kan rekenen.  Er is al veel over gesproken, maar dat veranderen we nu met de invoering van de adjunct-directeur. Basisscholen kunnen zelf kiezen of ze meer inzetten op een beleidsondersteuner, die dus een meer ondersteunende rol opneemt en bijvoorbeeld inzet op planlastverlaging of het ondersteunen van leerkrachten op blak van klasmanagement bij moeilijkere leerlingen.  Het kan ook ingevuld worden als echte directiefunctie, zodat men ook kan bijspringen bij de leidinggevende taken en het voeren van een doorgedreven HR-beleid.  Ook deze maatregel dient ons dubbel doel: we maken het lerarenberoep aantrekkelijker door leerkrachten te ontlasten én we versterken de onderwijskwaliteit, door scholen beter te omkaderen”, zegt Koen Daniëls.

Gastleraars en ‘dienstverleningscontracten’

Het decreet bevat ook maatregelen om extra leerkrachten aan te trekken vanuit de private sector. Minister Ben Weyts: “We breiden de te beperkte regeling rond gastleerkrachten uit: niet-leerkrachten krijgen meer kans om hun expertise en vakkennis in te brengen als gastleraar. Daarnaast geven we scholen de mogelijkheid om ‘dienstverleningscontracten’ af te sluiten met bedrijven die werknemers met een pedagogische bekwaamheid ter beschikking willen stellen. Scholen krijgen dan extra leerkrachten, die waardevolle ervaring meebrengen uit het bedrijfsleven en leerlingen nog veel te bieden hebben.”

Het decreet legt ook vast dat zij-instromers die nog een pedagogische opleiding volgen de uren die ze ondertussen al lesgeven kunnen laten meetellen als stage-uren in hun opleiding. Zodra ze hun diploma gehaald hebben, tellen al deze uren ook mee voor hun rechtenopbouw. Hoe sneller leerkrachten uitzicht krijgen op hun benoeming, hoe sneller ze zekerheid en stabiliteit hebben en hoe meer ze geneigd zijn om in onderwijs te blijven.

Vervolg

Het voorstel van decreet wordt nu ingediend en de nodige adviezen worden aangevraagd. Daarna wordt het geagendeerd en besproken in het Vlaams Parlement, zodat de maatregelen kunnen ingaan vanaf het volgende schooljaar 2023-2024.

Noch de strijd tegen het lerarentekort, noch de strijd voor meer onderwijskwaliteit zijn hiermee definitief gestreden. Het gaat immers om complexe problemen, die al jaren aanslepen. “Toch bevat dit decreet opnieuw belangrijke hervormingen, die het lerarenberoep aantrekkelijker maken en onze onderwijskwaliteit gevoelig kunnen versterken”, aldus Karolien en Koen.