Een goed beheer van onze grondwatervoorraden is belangrijk. De voorbije jaren was er vooral door de droogte en de droogtemaatregelen veel aandacht voor het lozen van bemalingswater, wat vaak onnodig weggepompt wordt richting de rioleringen. In het kader van de Blue Deal kondigde Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir daarom aan de regelgeving aan te scherpen.

Grondwater lager dan in Spanje en Zuid-Italië

“Uit recent satellietbeeldenonderzoek blijkt dat ons land een van de Europese landen is die het zwaarst getroffen worden door de extreme droogte. Ons grondwater staat een pak lager dan normaal en daarmee doen we het slechter dan Spanje en Zuid-Italië. We zitten met de vierde laagste waterbeschikbaarheid van alle OESO-landen. Het is daarom hoog tijd dat we in Vlaanderen opnieuw ruimte maken voor water via grootschalige investeringen, maar ook dat we water zo goed mogelijk zinvol benutten. Dat is het opzet van de Blue Deal die de Vlaamse regering vlak vorige zomer afsloot”, zegt Zuhal Demir.

Beperken, infiltreren, hergebruiken of terug naar een waterloop

Daarom wijzigt Demir de milieuwetgeving om de strijd tegen droogte en waterschaarste optimaal aan te gaan.

  • Als een bemaling tijdelijk noodzakelijk is om werken te kunnen uitvoeren of nutsvoorzieningen aan te leggen, moet het onttrokken volume bemalingswater eerst en vooral maximaal beperkt worden.
  • In het ideale geval wordt het water dat toch opgepompt is, terug in de grond gebracht via retourputten, infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten op of naast de bouwwerf. Maar ook als dat technisch of praktisch niet kan, zal het weldra niet zomaar toegelaten zijn om het water zomaar te lozen in de riolering.
  • De eerstvolgende stap is het hergebruik van het bemalingswater, voor zover er geen indicaties zijn dat het bemalingswater potentieel verontreinigd is. De aannemer kan uiteraard zelf gebruik maken van het water, maar kan daarvoor ook aftappunten inrichten. Buurtbewoners, landbouwers of gemeentelijke groendiensten kunnen dan van het water gebruik maken. Zo gaat het niet langer verloren en sparen we heel wat drinkwater of grondwater uit.
  • Blijkt ook dat niet mogelijk, dan moet het bemalingswater afgeleid worden naar de dichtstbijzijnde waterloop of, in het geval er een gescheiden riolering aanwezig is, naar de regenweerafvoer. Lozen van water in de riolering wordt onder meer verboden wanneer er een oppervlaktewater of hemelwaterafvoer is binnen 200 meter van de werf.

Enkel als voorgaande oplossingen niet haalbaar zijn, bijvoorbeeld door het veroorzaken van wateroverlast voor derden, mag er geloosd worden op de openbare riolering

“Beperken, infiltreren, hergebruiken en terug naar een waterloop brengen. Pas als al die stappen ondernomen zijn of onhaalbaar bleken, kan het een optie zijn om water te lozen in de riolering. Zowat 90 procent van het grondwater dat opgepompt wordt op bouwplaatsen belandt in de riolering. Dat getal moet naar beneden”, klinkt het bij Demir.

Bouwsector als deel van de oplossing tegen droogte

De nieuwe milieuwetgeving voert ook een soepelere regeling in voor het opnieuw laten infiltreren van bemalingswater waarvoor geen milieukwaliteitsnorm bestaat. Zo zullen er meer mogelijkheden zijn om grondwater dat van zichzelf al licht vervuild was, opnieuw in de grond te brengen. “De strijd tegen droogte en waterschaarste is er een die we allemaal samen moeten aangaan. De bouwsector kan daarbij nog meer een deel van de oplossing zijn. Mensen storen zich dan ook terecht als ze voorbij een bouwwerf komen waar het water zomaar weggepompt wordt naar de riolering terwijl er talloze alternatieven zijn. Door de regelgeving aan te scherpen zorgen we ervoor dat water maximaal nuttig gebruikt kan worden, de bodem opnieuw infiltreert om onze watervoorraad aan te vullen én voorkomen we maximaal verspilling van ons blauwe goud”, besluit Demir.