Voor gemeenschapsinstellingen De Grubbe (Everberg), De Kempen (provincie Antwerpen) en De Zande (Oost-Vlaanderen) gaat het om respectievelijk 396, 190 en 296 verplaatsingen. Die waren nodig opdat jongeren door de jeugdrechtbank gehoord zouden kunnen worden. Dat komt uiteraard met een kostprijs. Gemeenschapsinstelling De Grubbe betaalde in 2020 102.768,51 euro aan taxikosten voor verplaatsingen naar de jeugdrechtbank. De verplaatsingskosten van De Kempen en De Zande naar de jeugdrechtbanken bedragen respectievelijk 29.597 euro en 87.119 euro. In totaal gaat het dus om bijna 220.000 euro.

Zuhal Demir werkt regelgevende obstakels weg

Ondanks het feit dat instellingen al langer vragende partij zijn om videoconferenties permanent en structureel te gebruiken, geraakte de noodzakelijke regelgeving daarvoor twee legislaturen lang niet van de grond. Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir zorgt nu voor een doorbraak. “Gemeenschapsinstellingen zijn ondertussen ook uitgerust om via Webex-onlineverbinding met de jeugdrechtbanken in Vlaanderen te communiceren en zittingen te organiseren. Zowel de verplaatsingen als hun bijhorende kost, financieel en voor het milieu, kunnen verder gedrukt worden door nog meer in te zetten op videoconferenties”, benadrukt Demir.

Veiliger en goedkoper

De veralgemeende ingebruikname en monitoring van de videoconferentie wordt momenteel in functie van de coronacrisis ook verder besproken met de cruciale betrokken belanghebbenden onder andere jeugdmagistratuur en jeugdadvocatuur zodat systematisch verder werk gemaakt wordt van de verdere implementatie op het terrein. Tussen oktober en januari werden bijvoorbeeld al 112 digitale zittingen gehouden in gemeenschapsinstelling de Grubbe en 50 videoconferenties in De Zande. Op dat elan moet verder doorgegaan worden. “Hiermee kan alles in de toekomst veel efficiënter verlopen. Het zorgt voor een stevige kostenbesparing en het veiligheids- en vluchtrisico bij het transport zal verminderen. Ten slotte worden de rechten en de keuzevrijheid van de jongere gewaarborgd om nog altijd persoonlijk contact te hebben met de jeugdrechter wanneer zij dat echt willen, en uiteraard kan de rechter ten allen tijde de jongere persoonlijk en fysiek bij zich vorderen als dat nodig is”, besluit Demir.