Vandaag trekken de Schotten naar de stembus. En daar staat veel meer op het spel dan alleen de zetelverdeling in het Schots Parlement. Deze verkiezingen kunnen wel eens grote gevolgen hebben, voor Schotland, voor het Verenigd Koninkrijk én voor de Europese Unie.

Op 18 september 2014 stemden de Schotten al een eerste keer over onafhankelijkheid. Met een opkomst van maar liefst 84,6 % werd duidelijk dat dit debat breed maatschappelijk werd gedragen. Een nipte meerderheid van 55,3% stemde toen tegen een onafhankelijk Schotland.

Twee jaar later stemden bijna twee derde van de Schotten 'remain' tijdens het Brexit-referendum. Edinburgh bleef dan ook verweesd achter toen de Britten begin dit jaar de EU verlieten. De Schotse premier en partijleider van de Scottish National Party (SNP) Nicola Sturgeon verbond daarom het organiseren van een nieuw onafhankelijkheidsreferendum aan een mogelijke verkiezingsoverwinning van haar partij.

'Downing Street 10' loopt - eufemistisch gezegd - niet warm voor een nieuw Schots referendum. Eerder al lekte een nota van de Britse conservatieve partij waarin duidelijk wordt dat elke poging om een referendum te organiseren vanuit Londen zal worden tegengehouden en dat de Britse premier Boris Johnson ook in de EU partners zou zoeken om de Schotten onder de knoet te houden. Indien de SNP de electorale verwachtingen inlost, zal dit de start zijn van een zeer gespannen situatie in het Verenigd Koninkrijk, een spanningsveld waar de Europese Unie (als nieuwbakken outsider sinds de brexit) wel eens een cruciale rol in zou kunnen gaan spelen. Uit een peiling van het Schotse dagblad 'Press and Journal' bleek dat een duidelijke meerderheid van de Schotten voor onafhankelijkheid kiest indien de nieuwe natie het 28ste lid van de EU zou worden.

Om de Schotten te overtuigen, proberen de unionistische partijen nu volop de kaart van de angst te trekken. Een Schotse onafhankelijkheid zou immers een harde grens betekenen tussen het Verenigd Koninkrijk en Schotland. Met een export van 60% naar de rest van Groot-Brittannië is deze interne markt momenteel zeer belangrijk voor Schotland. De Britse conclusie dat zelfs een toetreding tot de EU een economische val niet zal kunnen tegenhouden, doet de wenkbrauwen fronsen. Zowat elke econoom moet namelijk erkennen dat de interne, Europese markt een pak meer opportuniteiten biedt en sterker staat in het afsluiten van handelsakkoorden met het Verenigd Koninkrijk.

Vanuit Vlaanderen zijn de ogen nu gericht op de EU, naar eigen zeggen het baken van mensenrechten op onze planeet. Het zelfbeschikkingsrecht, het recht om als volk de eigen toekomst te kunnen bepalen, is in het recent verleden op eigen Europees grondgebied verguisd en bespuwd, met als triest hoogtepunt het opsluiten van democratisch verkozen Catalaanse volksvertegenwoordigers omwille van het organiseren van een referendum. Erger dan het Spaanse repressieve optreden was het stilzwijgen van de EU. De grote verdedigers van de mensenrechten uit de traditionele Europese politieke families zwegen, onder druk van hun Spaanse partijgenoten van PSOE, Partido Popular en Ciudadanos.

Het is cynisch dat net die grote verdedigers van de Europese Unie de waarden waarop die Unie is gebouwd schaamteloos onderuit halen omwille van lijfsbehoud en opportunisme. Dat uitgerekend de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergey Lavrov ons geheel terecht de mantel uitveegde omwille van de situatie in Catalonië moet ons het schaamrood op de wangen bezorgen. Het baken van de mensenrechten is duidelijk elk moreel gezag verloren.

Heeft de EU nu uit haar fouten geleerd? Bij monde van voormalig voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk was begin vorig jaar nog een voorzichtig positief geluid te horen over een eventuele toetreding van Schotland tot de EU. De vraag blijft natuurlijk hoe de grootmachten op het vasteland, de motor van onze Unie, zullen reageren op een Schotse onafhankelijkheidsverklaring. De vrees blijft er namelijk dat een eventuele erkenning van Schotland en de steun voor een versnelde Schotse toetreding in de EU een precedent zal scheppen en onrust zal veroorzaken in eigen land. Als je hieraan toevoegt dat er op dit eigenste moment opnieuw actieve pogingen worden ondernomen om de EU uit te breiden met nieuwe lidstaten in het oosten én Turkije nog steeds het statuut van kandidaat-lidstaat heeft, kan je niet anders dan deze houding bestempelen als hypocriet.

Het Vlaams Regeerakkoord stelt ondubbelzinnig dat de Vlaamse Regering zal ijveren voor een verkorte procedure voor het aanvragen van het lidmaatschap van de Europese Unie voor EU-deelstaten die op een democratisch legitieme manier onafhankelijk worden. Het Verenigd Koninkrijk mag dan wel geen EU-lidstaat meer zijn, de ratio van deze bepaling is in deze nog steeds toepasbaar. Vlaams minister-president Jan Jambon bevestigde recentelijk in het Vlaams Parlement dat, wanneer de Schotten op een democratische wijze tot onafhankelijkheid zouden komen, we die onafhankelijkheid ook zouden erkennen.

Nu de minister-president de zaken op scherp heeft gesteld, moeten we vanuit Vlaanderen als kleine maar zelfbewuste natie het voortouw nemen in dit debat en ondubbelzinnig de Europese hypocrisie aan de kaak stellen. Dit debat gaat immers over meer dan de Schotse toekomst. Het gaat over de geloofwaardigheid van de Europese instellingen en de Europese politiek.