De Standaard berichtte over het voornemen van taalraadsvrouw Geertje Slangen om het VRT-Taalcharter aan te passen. De reactie van de VRT zelf stelt niet gerust, integendeel: “Het staat de taalraadsvrouw vrij om na te denken over de actualisering van het Taalcharter. (…) Ze wil nagaan hoe de maatschappij nu klinkt in realiteit.” Wilfried Vandaele: “Ik interpreteer dat als: we moeten de norm aanpassen aan de praktijk en niet de praktijk aan de norm. De lat lager leggen dus.”

Onzin en contractbreuk

“De VRT krijgt van de Vlamingen elk jaar een paar honderd miljoen euro. In een beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid wordt vastgelegd wat we daarvoor in ruil mogen verwachten. Heldere en correcte standaardtaal gebruiken en in belangrijke mate mee de norm van die standaardtaal bepalen is één van die opdrachten. Dat die norm nu plaats zou moeten ruimen voor ‘hoe de Vlaming in de praktijk praat’, is dus niet alleen onzin maar zonder meer contractbreuk”, stelt Vandaele.

Gedeelde waarden door gedeelde taal

Een argument van de VRT voor een soepeler omgang met tussentaal luidt dat ze zo gemakkelijker verbinding kunnen maken met het publiek. Volgens Wilfried is dat een drogredenering: “Hoe kan je met een per definitie lokaal verankerd dialect of met een tussentaal méér mensen bereiken dan met standaardtaal? Net het omgekeerde is waar. Het N-VA-standpunt is duidelijk: in een superdiverse gemeenschap breng je gedeelde waarden door een gedeelde taal. Het is juist extra belangrijk voor sociaal kwetsbaren, nieuwkomers en mensen die onze taal leren. Leer ze dus meteen de standaard aan. Die kunnen ze altijd en overal gebruiken. Standaardnederlands biedt de beste garantie op verbinding, integratie en emancipatie.”