Het arrest van het Grondwettelijk Hof van begin dit jaar zorgde niet enkel voor de afschaffing van de terugdraaiende teller, maar had ook enkele andere implicaties. Zo moesten op 1 maart 2021, de dag van de bekendmaking van het arrest, de meterstanden van de prosumenten met digitale meters worden uitgelezen en doorgegeven aan de leveranciers. Op basis van deze data zou dan een tussentijdse berekening en factuur worden gemaakt. Dit had als gevolg dat mensen met zonnepanelen en een terugdraaiende teller met een groot verbruik in de herfst en winter, en dat normaal zouden compenseren met een hoge productie in de zomer, nu een onrechtvaardige en niet billijke afrekening voorgeschoteld kregen.

Tot voor kort was een oplossing voor dit probleem niet mogelijk, omdat het Energiedecreet stelt dat “de tarieven die van toepassing zijn, niet met terugwerkende kracht kunnen worden aangepast”. Met dit voorstel van decreet wordt aan dit probleem verholpen. De oplossing is tweeërlei. “Enerzijds geven we aan de VREG een decretale machtiging om de tariefmethodologie en de elektriciteitsdistributietarieven met terugwerkende kracht aan te passen. Anderzijds zorgen we er ook voor dat dergelijke situaties zich in de toekomst niet meer kunnen voor doen. Op die manier wordt een onbillijke situatie rechtgezet”, verduidelijkt Andries Gryffroy.

Bidirectionele meter voor elektrosensitieve mensen

Daarenboven stelde het arrest ook dat een elektrosensitief persoon in het kader van de uitrol van de digitale meter steeds kan vragen om een bekabelde versie van de digitale meter. Omdat een dergelijke bekabelde versie pas vanaf 2023 beschikbaar is, wordt nu voorzien in de plaatsing van een elektronische meter zonder communicatiemodule, de zogenaamde bidirectionele meter.

Geen opmerkingen bij Raad van State

Deze week wordt het voorstel van decreet besproken en gestemd in de commissie leefmilieu. Intussen is het advies van de Raad van State binnengekomen. De Raad van State had geen opmerkingen en bevestigt inderdaad dat op basis van deze decretale rechtsgrond, de regulator nu in actie kan komen om een regeling uit te werken. “Het is in het belang van de rechtszekerheid en praktische uitvoerbaarheid om dit voorstel zo snel mogelijk in werking te laten treden”, concludeert Andries Gryffroy.