Uitgeversrecht beknot toegang tot nieuws

Het tweede artikel dat voor felle discussies heeft gezorgd, is het nieuwe uitgeversrecht (artikel 11). Online nieuwsverzamelaars moeten vergoedingen betalen aan persuitgevers voor het gebruik van verwijzingen naar originele artikels die elders op het internet vrij beschikbaar zijn. Dit is vooral voor nieuwsverzamelaars een zware financiële opdoffer. In Spanje en Duitsland heeft het gebruik van zulke systemen al tot verschillende faillissementen geleid. “Laagdrempelige toegang tot nieuws, feiten en bronnen moet gefaciliteerd worden, niet beknot. Het vrij internet staat ook hier op het spel”, reageert Van Bossuyt.

Op maat van Amerikaanse bedrijven

De nieuwe regels voorzien wel uitzonderingen voor kleine bedrijven, maar die zijn ver van voldoende. Europarlementslid Van Bossuyt: “Het fundamentele probleem met deze nieuwe wetgeving is dat ze volledig op maat van grote Amerikaanse bedrijven geschreven is. De tegemoetkomingen aan kleine bedrijven zijn zodanig eng geformuleerd dat de meesten uit de boot vallen. Daarbij komt nog het concurrentienadeel voor Europese ondernemingen, want de kans is groot dat de noodzakelijke filtertechnologie van Amerikaanse makelij zal zijn.”

Veel vragen door vage wetgeving

Los van al deze concrete punten, is de tekst ook veel te vaag en laat hij te veel ruimte voor interpretatie. “Dit is geen voorbeeld van goede wetgeving. Op veel punten creëert ze nog meer onduidelijkheid dan er al was. Zo zou het uitgeversrecht niet van toepassing zijn op korte stukken uit perspublicaties, maar nergens valt te lezen wat dit precies betekent. Een aantal woorden, een zin, enkele zinnen, een alinea? En wat is een correcte vergoeding? Of nog: mag je op reis nog een openbaar gebouw fotograferen en op Facebook plaatsen? Veel vragen, weinig antwoorden. Dit kon allemaal veel beter”, besluit Anneleen Van Bossuyt.