Krijgen we straks meer België of meer Vlaanderen? Nadat alle andere ministers hun beleidsverklaring reeds indienden in het parlement, is eindelijk ook de institutionele beleidsverklaring van de bevoegde ministers Verlinden (CD&V) en Clarinval (MR) klaar. Maar die brengt weinig nieuws. Het beeld dat blijft hangen? Vivaldi, dat wordt vier jaar institutionele woestijn. Met op het eind van de trektocht een Belgicistische fata morgana die eenieder dorstig achterlaat.

Herfst

Wordt CD&V de institutionele regisseur in het Vivaldesque schouwtoneel? Partijvoorzitter Coens benadrukt alvast graag dat de christendemocraten een strijdpunt maken van een institutionele omslag. In realiteit valt op hoe nonchalant zij omspringen met hun communautaire trofee.

Al in de onderhandelingen moest CD&V aanvaarden dat de herunitarisering van bevoegdheden ‘zonder taboes’ op de tafel ligt. Even opmerkelijk is dat het regeerakkoord voorziet dat twee vicepremiers verantwoordelijk worden voor de institutionele dossiers, maar dat CD&V toch koos om die verantwoordelijkheid aan een gewone minister te geven. Zo weigert zij het institutionele de plaats te geven die het verdient, in de kern van de regering.

Nu is de langverwachte beleidsverklaring institutionele hervormingen op ons bord beland. Al bevat deze, ondanks de geschapen verwachtingen, zo goed als niets nieuws. Volle zes en een halve weken hadden de bevoegde ministers nodig om een bijna-kopie te maken van het regeerakkoord. Veel bloed en zweet valt er niet in te bespeuren. Wel wat tranen, de mijne. Want deze weinig ambitieuze en laattijdige aanpak verraadt hoe weinig de christendemocraten er zelf van verwachten. De communautaire paradigmashift zal er niet komen.

Winter

Nochtans zouden we er met zijn allen op vooruit gaan wanneer elke deelstaat beleid op eigen maat kan voeren én tegelijk de ander kan uitdagen om het beter te doen. Zeker van liberalen zou je verwachten dat zij de meerwaarde zien van zo’n gezonde beleidsconcurrentie tussen verantwoordelijke deelstaten. Dat is buiten de Open VLD gerekend die steeds zichtbaarder de lijn van ‘Mister Belgium Bouchez’ volgt. Positief samenwerkingsfederalisme is het blauwe codewoord geworden voor federale curatele.

Wie het regeerakkoord doorneemt, stelt vast dat deze regering niet ten dienste wil staan van de deelstaten, maar net haar paars-groene programma wil opdringen. Van laksere migratie tot gesloten kerncentrales, falende artsenquota en paars-groene facturen. In het Vlaams Parlement is er geen meerderheid voor paars-groen, maar via de Belgische achterdeur wil men zo’n beleid nu toch aan de Vlamingen opleggen.

De optie van beleidsconcurrentie staat wel in het regeerakkoord vermeld: ‘De federale overheid kan gebruikmaken van de mogelijkheid om haar bevoegdheden op asymmetrische wijze uit te oefenen naar gelang het betrokken gewest, de betrokken gemeenschap of subregio waarop het betrekking heeft (“place based policies”).’ In geen enkele ministeriële beleidsverklaring wordt dit echter concreet uitgewerkt. De paars-groene excellenties weigeren er concreet mee aan de slag te gaan, het blijven holle woorden. In Vivaldi-land kunnen de wensen en noden van de deelstaten blijvend genegeerd worden.

Lente

Al willen de ecologisten u laten geloven dat institutioneel toch enig heil kan worden verwacht van een communautaire dienstplicht, eentje die lotelingen te beurt zou vallen. Burgers zouden worden uitgeloot om hun zegje te doen in een heus ‘Dialoogplatform’. De inspiratie daarvoor lijkt Vivaldi gevonden te hebben in haar eigen geboorteparcours. Ministers Verlinden (CD&V), Vandenbroucke (sp.a), Lalieux (PS) en staatssecretarissen Dermine (PS), Michel (MR), De Bleeker (Open VLD) zijn bij de verkiezingen op geen enkele lijst verkozen. Zes van de twintig paars-groene excellenties hebben zo toch een lucratief kabinetslotje getrokken.

Wie is in dit land van lotje getikt? Dát is de kernvraag. Er zijn Vlamingen die elke dag verliezen, omdat we allemaal gevangen zitten in dit geblokkeerde België. Die Brusselse politieman bijvoorbeeld, die botst op het onwerkbare en onveilige kluwen in de niet-eengemaakte politiezone in de hoofdstad. Of de vrouw die in de Vlaamse Rand haar man verliest omdat de ambulanciers geen Nederlands verstaan. De handelaar die eindeloos op een schadeloosstelling moet wachten omdat de crimineel zijn dossier bij een Franstalige rechter in Brussel kan parkeren.

Zouden zij een lotje trekken om hun inzichten te delen? Of raken we, in aanloop naar de tweehonderdste verjaardag van België overgoten met een tricolore saus? Er is een reden waarom in het verleden de deelstaten werden versterkt. Omdat België blokkeert. Als er één probleem is in dit land, is het niet dat er te veel maar net te weinig werd gesplitst. Daardoor zijn stukjes en brokjes van bevoegdheden federaal blijven hangen en bleef dit land een onwerkbaar labyrint.

Zomer?

Dat los je niet op met simpele verhalen van Belgische eendracht. Wel zou de burger moeten kunnen rekenen, niet op toevallige lotelingen, maar op de door hem verkozen volksvertegenwoordigers. Want de grondwetgever, die voorzag al in de allerbelangrijkste vorm van burgerparticipatie. Tussen de preconstituante en de constituante kan de burger zich voluit beraden om zich nadien uit te spreken over een institutionele hervorming, zodat na verkiezingen de Grondwet en bijzondere wetten kunnen worden gewijzigd.

Is er dan geen hoop aan de horizon? Misschien. De socialistische vicepremier Frank Vandenbroucke heeft een duidelijke regionalistische reflex. Zijn Waalse PS-collega Pierre-Yves Dermagne omschrijft zich zelfs als regionalist en republikein. De PS beseft al langer dat ze Waals de touwtjes stevig in handen kan houden, maar Belgisch meer en meer afhankelijk wordt van de radicaliserende Vlaamse kiesuitslag.

Zweedse strategie

Op dat vlak was onze Zweedse strategie succesvol. Door centrumrechts te besturen, maakten we de PS terug warm voor een communautaire ronde. Het institutionele uit de ijskast en in de oven. Het leidde deze zomer alvast tot een institutioneel zeer bereidwillige Paul Magnette.

Laat ons hopen dat diens inzichten louterend kunnen werken op Vincent Van Quickenborne die zich in ijltempo omschoolde tot grootste supporter van het nieuwe België. En op premier De Croo die destijds als Open Vld-partijvoorzitter het evidente verwoordde: ‘Liberaal rijmt op confederaal’.