De publicatie van de maandelijkse asielcijfers door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) doet alle alarmbellen afgaan. Het aantal asielzoekers dat voor het eerst in ons land een asielaanvraag indient ging met een ruk van 55 procent de hoogte in, van 1.885 in maart tot 2.922 in april. Dat is het hoogste maandcijfer sinds de Europese Migratiecrisis van 2015.

Afghanen

Zo’n hoge instroom is bijzonder verontrustend, zeker als je beseft dat er voor de Oekraïense oorlogsvluchtelingen een apart circuit werd opgezet buiten het asielsysteem. Er vragen weliswaar nog steeds mensen met Oekraïense nationaliteit asiel aan, maar dat gaat over amper 13 procent van de instroom van nieuwe asielzoekers in april. Er is veel meer aan de hand. Zo blijven grote groepen Afghanen na illegale migratie hun weg vinden naar België. Dit jaar vormen zij met kop en schouders de grootste groep asielzoekers. Zo’n twee op de drie van die aanvragen wordt nochtans geweigerd.

Achterstand

De maandcijfers van het CGVS waren nog op meerdere vlakken desastreus. Zo werden er in april liefst 1.084 minder eindbeslissingen in hangende dossiers genomen dan er nieuwe aanvragen werden ingediend. Aan dit tempo dreigt de administratieve achterstand dit jaar aan te dikken met liefst 13.000 dossiers tot een compleet onwerkbare 29.000 dossiers in totaal. Dat zijn er bijna evenveel als er opvangplekken zijn. “Met elke maand die verstrijkt moeten asielzoekers in dit land langer wachten op hun beslissing, waardoor er alsmaar minder plaats vrijkomt voor nieuwe asielzoekers”, vervolgt Francken.

Crash

“Het asielsysteem crasht voor onze ogen, terwijl niets gedaan wordt om de instroom in te dijken. De oplossing ligt nochtans voor de hand: voer opnieuw een maximumquotum in voor het aantal asielaanvragen. Wees consequent in het weigeren van opvang aan asielzoekers met een asielprocedure in een andere Europese lidstaat en voer zo nodig de juridische strijd daarover tot het uiterste. En kies tot slot voor de Australische aanpak net zoals Denemarken en het Verenigd Koninkrijk”, besluit Francken.