Voor het zoveelste jaar op rij is vandaag de dag bij uitstek dat liters verf en meters stof de revue passeren om aan alle mensen, klein en groot, te laten zien hoe inclusief we zijn naar de LGBTQIA+ gemeenschap. Hoe we trots zijn dat we niet bang zijn van homo’s of transgenders. Want dat is wat een fobie is. Een fobie is een (irreële) angst voor plaatsen of situaties waar geen aanwijsbaar gevaar aanwezig is. Sommige bronnen omschrijven het zelfs als een psychische aandoening. En denken we aan de angst voor spinnen, grote pleinen of clowns, dan kan je je er wel wat bij voorstellen. Maar zijn homo- en transfobie echt angsten? 

Is dat niet gewoon een bewuste keuze van iemand? Wilt iemand met homo- of transfobie zich laten helpen, zoals mensen met agorafobie dat bijvoorbeeld doen? Mensen met een medische fobie ervaren hier doorgaans zelf behoorlijk wat hinder van. Compleet bevriezen bij de gedachte aan een spin, of zelfs het zien van een foto ervan. Jezelf opsluiten in je huis omdat de gedachte aan de weidsheid buiten je de adem beneemt… 

Maar bij een niet-medische fobie als homofobie is de homofoob niet degene die eronder lijdt. Het zijn de homoseksueel en de transgender, die geconfronteerd worden met haat en agressie, die lijden. Homofobie is het excuus om gedrag te rechtvaardigen. Alsof men er niets aan kan doen. Je weet wel, sterker danh jezelf.

Eigenlijk is de term in de kern dus fout. Homo- en transfoben zijn geen mensen die bang zijn. Het zijn mensen die een ander de vrijheid niet gunnen die zij voor zichzelf wel voorbehouden zien. Mensen die zich daar bewust van zijn en het probleem niet bij zichzelf leggen. Op IDAHOT ‘vieren’ we de strijd niet tegen een angst of psychische aandoening, alsof we medelijden moeten voelen met de mensen die de fobie hebben. We herdenken al degenen die slachtoffer werden van die ‘angst’. Al degenen die doelwit werden van die haat. Want dát is wat het is. Het is haat. Homohaat en transhaat. Het is het opdelen van mensen, iets uitkiezen waarom ze anders zijn en ze daarom haten. En in sommige gevallen hen zelfs agressief benaderen omwille van dat verschil. 

Het lijkt ook dat hoe harder we ieder jaar roepen dat we vooruit gaan, dat we het beter doen dan voordien, dat de stemmen luider worden om verder op te delen. Ook binnen de gemeenschap. Denk je aan de benaming van de gemeenschap, dan merk je een evolutie in de afgelopen jaren. Ieder deel van de gemeenschap eist een eigen letter. Niet meer dan logisch wanneer het gaat om een letterwoord dat de afkorting is van de verschillende leden van die groep. Niet in het rijtje staan, lijkt minstens als geen deel zijn van de groep. Is er dan geen inclusievere optie mogelijk? Een term waarin iedereen vervat zit die deel uitmaakt of zal uitmaken van de gemeenschap. 

Kijken we bijvoorbeeld naar de regenboogvlag, dan was dat het geval De oorspronkelijke vlag was een regenboog, van rood tot violet. En elke kleur had een betekenis, maar geen van de kleuren stond voor een groep binnen de gemeenschap. In z’n geheel was de vlag een inclusieve vlag, waarin ieder deel van de groep vervat zat. 

De intentie van de nieuwe vlaggen is natuurlijk om expliciet te benoemen dat bepaalde mensen óók deel zijn van de gemeenschap. Maar door hen er uit te tillen, apart te zetten, expliciet te benoemen, maken we hen daardoor méér deel van de gemeenschap? 

Natuurlijk zijn er problematieken waar de ene meer last van ondervindt dat de andere. Zo word ik als biseksuele vrouw veel minder met uitgesproken fysieke agressie geconfronteerd dan veel van mijn homoseksuele mannelijke vrienden. En de strijd die transgenders moeten voeren om aanvaard te kunnen worden is van nog een volledig andere grootorde. Maar bewijzen we hen meer inclusie door hen er uit te tillen? 

Specifieke noden verdienen specifieke zorgen. Denken we aan de zelfdodingscijfers, dan weet je dat er extra aandacht moet gaan naar transgenders omdat er binnen deze groep mensen een hoger risico is op een zelfdodingspoging. Intersekse mensen hebben noden die volledig eigen zijn aan de doelgroep, ook daar is specifieke zorg relevant. 

Maar hoe zit dat met symbolen. Hoe inclusief zijn inclusieve symbolen die elk onderscheid en ieder verschil apart benoemen? Kan een inclusief symbool niet gewoon zijn? Een vlag zijn die een steeds bredere lading dekt.