De opschorting van de lessen vorig schooljaar heeft een grote impact gehad op veel leerlingen. Er zijn grote inspanningen gedaan om alle leerlingen zo goed mogelijk te bereiken met het afstandsonderwijs, maar toch hebben heel wat leerlingen een leerachterstand opgelopen. De Vlaamse Regering zet alles op alles om te voorkomen dat een aanzienlijke groep leerlingen hierdoor schoolse vertraging oploopt. Zo werden er tijdens de zomervakantie al 170 zomerscholen georganiseerd voor samen ongeveer 10.000 leerlingen. Er zijn ook extra middelen vrijgemaakt voor Bijscholen in de herfst en in de winter.

Alle lerarenopleidingen worden betrokken

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts en de vzw Schoolmakers lanceren nu een buddy-project om leerachterstand weg te werken bij scholieren. Studenten uit het tweede of derde jaar van de lerarenopleiding kunnen er tijdens hun stage voor kiezen om als ‘buddy’ een klein groepje scholieren te begeleiden op school. Zo kunnen scholieren die het moeilijk hebben om zelfstandig te werken veel beter op maat begeleid worden. Deze aanpak bestaat al in een paar hogescholen, maar zal nu Vlaanderenbreed uitgerold worden. Alle 25 lerarenopleidingen zullen betrokken worden. De vzw Schoolmakers krijgt middelen en enkele gedetacheerde leerkrachten om het hele project te coördineren.

Leerachterstand ombuigen in een voorsprong

“Er is nu leerachterstand bij sommige leerlingen, maar we hebben de ambitie om die achterstand om te buigen in een voorsprong. Met extra begeleiding, op maat van de leerlingen die dat het meeste nodig hebben”, zegt Weyts. “We kunnen hier de basis leggen voor een nieuwe werking, die ook in de volgende jaren blijft bestaan. Zo kan de coronacrisis nog positieve gevolgen hebben”.

Meer individuele begeleiding en kleinere praktijkschok

Het buddyproject is een win-win-win-operatie. De scholieren krijgen meer individuele begeleiding. De scholen krijgen meer handen in de klas en dus meer ruimte voor differentiatie. De studenten uit de lerarenopleiding kunnen hun toekomstige vak leren met een kleinere groep scholieren, zodat de ‘praktijkschok’ minder groot is.