Sinds begin dit jaar zijn de prijzen voor levensmiddelen slechts beperkt gestegen en de prijzen voor onbewerkte producten zoals groenten en fruit zelfs gedaald. Dat blijkt uit een vraag van Kamerlid Anneleen Van Bossuyt aan minister van Economie Dermagne (PS).
Nu steeds meer landen grip krijgen op de coronacrisis, bloeit ook onze economie langzaamaan weer open. Dat betekent dat consumenten terug meer geld willen spenderen en bedrijven opnieuw gaan investeren. Alleen groeit daarbij ook de vrees voor stijgende prijzen en inflatie. Heel wat mensen hebben het gevoel dat alles duurder geworden is door de coronacrisis.
Daarom stelde Kamerlid Anneleen Van Bossuyt de vraag of onze supermarktprijzen binnenkort wel eens zouden kunnen stijgen. Uit het antwoord van minister van Economie Dermagne blijkt dat de prijs voor levensmiddelen tijdens de eerste drie maanden van dit jaar steeg met amper 0,8 procent, uitsluitend te wijten aan een stijging bij bewerkte levensmiddelen zoals snacks, dranken, alcohol en tabak. Om te vergelijken: tijdens de laatste maanden van 2020 werd er een stijging van 2,3 procent vastgesteld. Voor niet-bewerkte levensmiddelen is er zelfs sprake van een daling met 1,1 procent op jaarbasis voor groenten en 7,1 procent voor fruit. Met deze cijfers doet België het beter dan haar buurlanden.
Kamerlid Van Bossuyt noemt de cijfers geruststellend nieuws, althans op het vlak van levensmiddelen en voeding. “Maar andere sectoren zoals die van kledij, auto’s, bouwmaterialen, meubels, enzovoort, waarschuwen nog steeds voor een mogelijke stijging van 5 à 10 procent. We moeten dus waakzaam blijven en ingrijpen waar nodig, om onze consumenten te beschermen. Bovendien mogen we ook niet vergeten dat de Belgische consument in de supermarkt sowieso al meer betaalt dan de consumenten in onze buurlanden. Zo betalen wij gemiddeld 13,4 procent meer voor identieke producten dan de Duitse consument, 12,9 procent meer dan de Nederlandse consument en 9,1 procent meer dan de Franse consument. Dat ten gevolge van de strenge regulering en te weinig concurrentie. Het blijft dan ook belangrijk daar een einde aan te maken door bijvoorbeeld de regelgeving in verband met distributiecentra en nachtwerk flexibeler te maken. De N-VA legde hiervoor een concreet voorstel op tafel.”
