Vragen bij vervroegde vrijlating

De zaak Dutroux is en blijft een van de grootste maatschappelijke trauma’s die ons land ooit gekend heeft. Dat zijn handlanger Michel Lelièvre twee jaar voor het einde van zijn straf vrij komt onder voorwaarden, roept dan ook vragen op. N-VA-Kamerlid Sophie De Wit diende een voorstel in dat ervoor moet zorgen dat zedendelinquenten als Lelièvre altijd opvolging krijgen.

Zonder opvolging

Sophie De Wit ondervroeg Minister van Justitie Koen Geens over de vervroegde vrijlating van Michel Lelièvre en zijn plannen voor het nieuwe strafwetboek: “We krijgen het niet uitgelegd aan mensen dat iemand als Michel Lelièvre zijn straf niet volledig zou uitzitten, maar evengoed kunnen we niet gemakkelijk roepen dat zedendelinquenten zomaar strafeinde moeten doen. Veel plegers van zedenfeiten willen niet liever dan zonder voorwaarden, zonder opvolging terug in de maatschappij te komen”, legt Kamerlid De Wit uit.

Altijd ter beschikking

“Vandaag moeten we Lelièvre vervroegd vrijlaten om hem voorwaarden te kunnen opleggen, en stel dat hij daar niet zou op ingaan, dan moeten we hem binnen twee jaar vrijlaten zonder voorwaarden. De minister wil deze aanpak betonneren, want de terbeschikkingstelling aan de strafuitvoeringsrechtbank zou met zijn nieuwe strafwetboek verdwijnen”, zegt De Wit. “Wij willen juist dat bij seksuele misdrijven altijd een terbeschikkingstelling aan de strafuitvoeringsrechtbank wordt uitgesproken. Dat zou betekenen dat de dader ook na strafeinde verder wordt opgevolgd door justitie, dat de wijkagent zoals vroeger nog mee in oogje in het zeil houdt. Bovendien kan de strafuitvoeringsrechtbank in het ergste geval ook beslissen om de veroordeelde nog langer in de gevangenis te houden, als blijkt dat hij nog steeds een gevaar voor de samenleving betekent.”

Stok achter de deur

Voor de N-VA is het voorstel voor de terbeschikkingstelling prioritair voor de nieuwe commissie Justitie: “Voor ons is het duidelijk dat er geen enkele dader van een seksueel misdrijf zonder de juiste begeleiding en behandeling weer in de maatschappij mag komen. De terbeschikkingstelling is de noodzakelijke stok achter de deur om te voorkomen dat zedendelinquenten verdere slachtoffers maken”, besluit Sophie De Wit.