“Jaarlijks wordt er ongeveer 240 miljoen euro geïnvesteerd in de renovatie en het energie-efficiënt maken van oude sociale huurwoningen. Dat is al heel wat”, stelt Vlaams Parlementslid Marc Hendrickx. “Alleen zou het goed zijn om die renovatieoefening te versnellen. Daarom vragen wij de Vlaamse Regering om voluit te gaan voor een ‘vastewoonkostbenadering’.” Bij die aanpak zijn alle partijen gebaat: de huurder ziet zijn totale woonkost - huur én energie - dalen en de socialehuisvestingsmaatschappijen zien hun patrimonium gerenoveerd. “Doordat zij een stuk van de besparing op energiekosten kunnen gebruiken om te investeren in het energie-efficiënt maken van hun patrimonium, ontstaat er een extra investeringscapaciteit die zichzelf terugverdient”, verklaart Anseeuw.

Onmiddellijk terugverdieneffect

De meerderheidspartijen pleiten ook ervoor om ESCO’s (Energy Service Company) in dit verhaal een rol te laten spelen: energiebedrijven die het energierenovatieproject zelf plannen, uitvoeren en financieren. “De eigenaar van de woning betaalt de investering dan af met de energiebesparing die wordt gerealiseerd. Niet enkel de investering maar ook het risico is ten laste van het private energiebedrijf. En eigenaar en huurder genieten onmiddellijk van het terugverdieneffect. ESCO’s hebben bovendien de nodige ervaring, waardoor de socialehuisvestingsmaatschappijen ook niet langer de operationele last van grote renovatiedossiers zelf moeten dragen”, besluit Vlaams Parlementslid Jelle Engelbosch.