Daarom koos ik voor de weg van de geleidelijkheid. Ik wil de dubbele nationaliteit op termijn laten uitdoven door de instroom naar de dubbele nationaliteit te ontmoedigen, het makkelijker te maken om de Belgische nationaliteit te verliezen en het moeilijker maken om deze te verwerven.

 Allereerst het inperken van de instroom. Vandaag worden kinderen bij de burgerlijke stand aangegeven, waarna ze de Belgische nationaliteit krijgen. Maar om diverse redenen – en vaak financiële – kiezen vele ouders van buitenlandse afkomst ervoor om hun kinderen vervolgens ook bij het consulaat van het land van herkomst aan te geven. Dat is volstrekt onnodig, maar in de praktijk gangbaar. Door die aangifte bij het consulaat te ontmoedigen, zal het aantal kinderen met een dubbele nationaliteit sowieso afnemen.

Daarnaast moet het makkelijker zijn om bij een dubbele nationaliteit de Belgische nationaliteit af te nemen bij zware criminele feiten.  Deze regering heeft daar reeds vooruitgang geboekt, maar we moeten evalueren of deze regelgeving streng genoeg is. Wie de staat aanvalt of de openbare orde bedreigt, mag het recht niet behouden de nationaliteit van die staat te behouden.

Maar we moeten het ook moeilijker maken om de nationaliteit te verwerven. We moeten hiervoor een duidelijk engagement in ruil vragen. Een 55-jarige Albanees die al 20 jaar in  Leuven woont en Belg wil worden, moet ook kunnen bewijzen dat zijn betrokkenheid verder reikt dan louter een paspoort en dus slagen voor een burgerschapstest met taalproef. Kinderen die hier al heel hun leven wonen en school lopen, maar toevallig een Poolse papa hebben, vallen daar uiteraard niet onder. Wie dat in mijn voorstellen wil lezen, bezondigt zich aan het creëren van alternatieve feiten.

Ik ben al geruime tijd met deze problematiek bezig, en ken als geen ander de complexiteit er van. Dat politieke tegenstanders er een karikatuur van proberen te maken en mijn voorstellen op flessen trekken, daar kan ik mee leven. Maar mensen hebben ook recht op de waarheid.

Met mijn medewerkers ben ik momenteel al dat studiewerk aan het omzetten in wetteksten. Er moet nog aan geveild worden, maar de essentie is klaar. Ik vraag niemand om zijn afkomst te verloochenen, enkel om een minimum aan betrokkenheid te tonen. Ik wil geen mensen koeioneren of Erasmus-liefjes verhinderen zich te procreëren, zoals sommigen meenden te moeten veronderstellen.

Nationaliteit is immers meer dan een lijntje op je identiteitskaart. Het is een verbintenis tegenover de maatschappij, met de daarbij horende waarden en normen. Ik wil een positieve verplichting tot integratie koppelen aan nationaliteit, zodat de band tussen burgerschap en nationaliteit – die onlosmakelijk zou moeten zijn – terug hersteld wordt.