In oktober 2013 kwam al aan het licht dat PS’ster Pascale Peraïta als directrice van Samusocial buitensporige vergoedingen kreeg. Een maand later bleek dat zij ondanks dat royale loon in een woning van het OCMW woonde. Toch werd zij twee maanden later benoemd als gedelegeerd bestuurder van Samusocial. De toenmalige voogdijministers, Evelyne Huytebroeck (Ecolo) en Brigitte Grouwels (CD&V), stonden erbij en keken ernaar. “Nochtans hadden zij enkele maanden eerder al een vernietigend rapport ontvangen van de Inspectie van Financiën, die ook inbreuken op de wetgeving van openbare aanbesteding vermeldde”, aldus Dhaene.

Datzelfde rapport vermeldt ook expliciet de noodzaak om meer transparantie te brengen in de financiële stromen, en dan vooral die tussen het OCMW van Brussel en Samusocial. “Dat de Brusselse OCMW-raad niets afwist van het gesjoemel binnen Samusocial is dan ook  totaal ongeloofwaardig”, vindt Dhaene. “Trouwens, de beslissing om Peraïta een woning van het OCMW toe te kennen, was genomen mét unanimiteit van stemmen van alle OCMW-raadsleden. Ook die van Ecolo, de MR, het cdH en de sp.a.”

Opdracht uitgebreid, subsidies verhoogd

Toen de ministers Céline Fremault (cdH) en Pascal Smet (sp.a) in 2014 de rol van voogdijminister overnamen, was het eerste dat ze deden de opdracht van Samusocial uitbreiden en de subsidies van de vzw substantieel verhogen. “Er werd wel voor de eerste keer een beheersovereenkomst afgesloten”, geeft Dhaene toe. “Maar dat die maar beperkte controlemogelijkheden toeliet, werd verantwoord als een ‘compromis’.”

Ten slotte is het tekenend dat dit nieuwste schandaal maar door Ecolo in de media is gebracht, nu zij in de oppositie zitten. In de vorige legislatuur beperkte hun voogdijminister zich tot horen, zien en zwijgen. “Naar aanleiding van dit schandaal schreeuwen alle Brusselse partijen wel moord en brand”, stelt Dhaene vast. “Maar er zal pas echt iets veranderen, wanneer ook zij effectief bijdragen aan een nieuwe politieke cultuur.”