De OESO loofde expliciet de belastingverlagingen in de taxshift van 8 miljard euro als motor voor jobs en koopkracht. De NBB ziet het reëel beschikbare inkomen van de gezinnen dit jaar alvast toenemen met 1,5 procent en de komende jaren met 2,3 en 2,2 procent. Samen is dat dus 6 procent, bovenop prijsstijgingen door de inflatie. “Werken lonend maken, daarmee vervullen we een van onze belangrijkste verkiezingsbeloftes”, aldus Dedecker. Samen met de flexibilisering van de arbeidsmarkt resulteert die taxshift volgens de Nationale Bank in meer dan 200.000 netto bijkomende jobs tijdens deze regeerperiode: “een fenomenale prestatie in historisch perspectief”, beklemtoont Dedecker. De volgende jaren komt die helemaal op kruissnelheid, met een verdere verlaging van de personenbelasting.

Begrotingstekort blijft uitdaging

De grootste uitdaging blijft het begrotingstekort. Net als de voorbije jaren wegen de extra uitgaven voor pensioenen en andere stelsels in de sociale zekerheid zwaar door. “We moeten het momentum van de aantrekkende groei ten volle grijpen, en mogen die niet fnuiken met nieuwe belastingen. Tegelijk moeten we verder hervormen, onder meer in de sociale zekerheid, om de factuur voor de komende generaties niet te bezwaren. De nalatigheid van vorige regeringen liet de pensioenuitgaven ontsporen en de voorbije vijf jaar stijgen met 8 miljard euro tot zo’n 10 procent van ons bbp. De pensioenhervorming van deze regering halveerde de toekomstige extra factuur. Op die manier moeten we verder gaan in de gehele sociale zekerheid”, besluit Dedecker.