Begroting bijna in evenwicht versus Griekenland aan de Noordzee

De laatste gestemde federale begroting van de N-VA sloot af met een miniem tekort van amper 0,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De verbetering van het structureel saldo tussen 2014 en 2018 was van dezelfde grootteorde als wat onze traditioneel voorzichtige Noorderburen realiseerden, in dezelfde periode. Slechts een handvol landen in de eurozone deed beter.

Vandaag is de situatie dramatisch. Volgens het International Monetair Fonds (IMF) heeft België tegen 2027 met voorsprong het grootste structurele tekort van de eurozone. Sterker nog: als we kijken naar de evolutie vanaf volgend jaar tot en met 2027, zien bijna alle landen in de eurozone hun budgettaire toestand verbeteren. België staat daarmee in schril contrast. Geen enkel ander land komt nog maar in de buurt van de budgettaire verslechtering die bij ons verwacht wordt.

Actief arbeidsmarktbeleid versus passieve verpampering

De economische groei onder Zweeds zorgde voor een bovengemiddelde banencreatie. Ruim 300.000 banen werden netto toegevoegd, in essentie in de private sector. De gemiddelde jobgroei lag tijdens de Zweedse regering bijna dubbel zo hoog als het gemiddelde van de vijftien jaar voordien.

Vandaag zien we dat de Nationale Bank in haar ramingen voor de komende jaren veronderstelt dat de banencreatie gemiddeld lager ligt dan dat gemiddelde van de vijftien jaar voor de Zweedse regering.

Echte koopkracht versus schijnkoopkracht

De koopkracht van de gezinnen werd onder de Zweedse regering ondersteund door een forse belastingverlaging. Iedereen die werkte, ging erop vooruit. De laagste lonen relatief het meest. Zo werd de loonwig (het verschil tussen bruto en netto) verkleind en een belangrijke drempel op de arbeidsmarkt weggewerkt.

Vandaag stuwt de Belgische regering zelf de inflatie omhoog, en roomt ze de loonsverhogingen die daarop volgen, dankzij de automatische index, in belangrijke mate af door het niet-indexeren van belastingschalen en -aftrekken.

Armoede bestrijden versus armoede bestendigen

Dankzij die focus van de Zweedse regering op jobs daalde ook het aandeel van personen met risico op armoede of sociale uitsluiting tot het laagste niveau sinds 2004, het eerste jaar dat Eurostat de metingen deed. Bij de werkende groep werd het armoederisico nog feller teruggedrongen.

Onder de regering-De Croo zien we de armoede opnieuw toenemen. Vorig jaar deed een recordaantal mensen een beroep op de voedselbanken. Naar alle verwachting zal dat record dit jaar opnieuw gebroken worden.

Concurrentieel versus een nieuwe handicap

De bedrijven werden tijdens de Zweedse regering ondersteund via een hervorming van de bedrijfsbelasting en lagere sociale lasten. De concurrentiehandicap (hogere lonen in vergelijking met de buurlanden) van ruim vijf procent die sinds 1996 werd opgebouwd, was volledig weggewerkt aan het einde van de bestuursperiode.

Volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven is die loonkostenhandicap door het wegkijken van de regering-De Croo en de weigering om te hervormen, helemaal terug. Naast de coronacrisis en de torenhoge energiefactuur krijgen de ondernemers via de loonkosten ook quasi de volledige rekening gepresenteerd van die gestegen inflatie. Diezelfde inflatie vreet ook nog eens aan hun eigen cashpositie of spaarpot.

Goede huisvader versus onverantwoord uitgeven

De Zweedse pensioenhervorming was onvolledig, maar halveerde volgens het Planbureau wel al de toekomstige factuur voor de volgende generaties. Die bonus van de Zweedse regering is opnieuw helemaal uitgegeven En elke maatregel waarover de regering-De Croo wel nog een akkoord kan vinden, blijkt de uitgaven nog verder de hoogte in te jagen.

Het N-VA-model versus Vivaldi

Vandaag publiceren internationale instellingen rapport na rapport met een vernietigende analyse van de socio-economische toestand en vooruitzichten. In 2017 bestempelde de OESO-topman het beleid van de Zweedse regering nog met de lovende woorden ‘top hervormer en top performer’.

Alle verwezenlijkingen van de federale regering met de N-VA zijn door Magnette en de partijen van de regering-De Croo overboord gegooid. De erfenis van de Zweedse regering is op socio-economisch vlak volledig uitgekleed. Daarmee levert de regering-De Croo af waar de vakbonden zo hard om vroegen sinds 2019.

‘Bien joué’, moet ik dan zeggen tegen Paul Magnette. Hij slaagt erin om het beleid dat al decennialang faalt in Wallonië op te leggen aan Vlaanderen, met een regering die in onze taalgemeenschap niet eens een meerderheid kent. Het valt dan ook niet te verwonderen dat de leider van de PS recent bekende dat hij graag een verlenging zou zien van deze Vivaldi-regering, die het PS-electoraat ruimschoots bedient.

Vlaanderen verdient beter

Voor de Vlaming en onze welvaart zou dat nefast zijn. Vlaanderen verdient beter. Een beleid dat inzet op economische groei, op welvaart en vooruitgang als basis voor sociale verdeling. Een beleid dat gelooft in privaat ondernemerschap en meritocratie.

Een stem voor de traditionele partijen, verenigd in de regering-De Croo, of voor de extremen is een stem voor het behoud. Een garantie op de verdere achteruitgang van onze welvaart. De Vlaming heeft in 2024 alleen de N-VA als keuze om dat onmogelijk te maken. Vlaanderen moet de hefbomen krijgen zodat het beleid kan voeren waarvoor de Vlaming in meerderheid stemt. In 2024 moet Vlaanderen zijn welvaart veiligstellen.

Meer lezen? Abonneer u hier op de LinkedIn-nieuwsbrief van Bart De Wever over belangrijke economische vraagstukken en uitdagingen in Vlaanderen en de wereld.