Hoe druk de agenda van de top ook moge zijn, het lijkt mij evident dat er ruimte gemaakt zou worden om ook de tanden te zetten in thema’s die in de huidige discussies nauwelijks of zelfs niet aan bod komen en die toch bijzonder relevant zijn voor de bestrijding van de coronapandemie en/of het exit- en herstelbeleid dat nu snel moet volgen. Het gaat vandaag te eenzijdig over het mobiliseren van financiële middelen op korte termijn. De miljarden vliegen daarbij om de oren. Het wordt hoog tijd om ook eens aan maatregelen te denken die niet per se geld kosten en toch bijzonder belangrijk zijn.

Maatregel één. Publieke investeringen zijn erg nodig om het terugdringen van de pandemie duurzaam te maken. De Eurostat -regels voor de boeking van die investeringen blijven echter een stevige hinderpaal. Die regels bepalen dat overheden de uitgaven voor een investering elk jaar meteen volledig in hun begroting moeten opnemen. Anders dan de gangbare praktijk in de privésector wordt dus geen afschrijvingstabel gehanteerd die de impact van de investering in kwestie op de verlies- en winstrekening (de begroting dus) over meerdere jaren spreidt.

Het spreekt voor zich dat de huidige methodiek de publieke investeringen fors afremt, omdat telkens een ‘bobbel’ in de begrotingsuitgaven en dus ook in het begrotingstekort ontstaat. Bij elke begrotingsronde wordt daarom al te gemakkelijk in de overheidsinvesteringen geknipt. Toen ik tijdens de debatten in het Europees Parlement kandidaat-commissaris Paolo Gentiloni - de man die enkele dagen geleden voor een herstelfonds van 1.000 miljard euro pleitte - daarover ondervroeg, antwoordde hij dat dergelijke regels de bevoegdheid zijn van Eurostat, het bureau voor de statistiek van de Europese Unie. Hij vergat dat Eurostat onder zijn bevoegdheid valt, en dat hij dus de uitgelezen persoon is om initiatieven te nemen.

Maatregel twee. Veel ondernemingen komen vandaag in sneltempo in liquiditeitsproblemen. De doorlooptijd van liquiditeits- naar solvabiliteitsproblemen is soms beangstigend kort. De maatregelen om de coronapandemie te bestrijden kunnen heel snel rendabele, beloftevolle ondernemingen in hevig onweer brengen. Internationale investeringsgroepen die over ruime cashvoorraden beschikken - en vele halen dezer dagen massaal extra cash op - kunnen van deze situatie profiteren om zulke bedrijven voor een habbekrats binnen te halen. Meerdere staatsinvesteringsfondsen uit het Midden-Oosten liggen al op de loer. En dat zijn dan nog maar voorbeelden die de media halen.

Bescherming

Het initiatief van de Vlaamse regering om met achtergestelde leningen het kapitaal van ondernemingen te versterken kan een belangrijke schakel worden in de verdediging van de bedrijfseconomische kroonjuwelen in Vlaanderen. ‘Bescherming zonder protectionisme’ dringt zich ook op Europees niveau op. Maar dan moet men ook verder kijken dan China, zoals de bewegingen van de staatsinvesteringsfondsen uit het Midden-Oosten illustreren.

Een brede verdedigingsgordel voor de bedrijfseconomische kroonjuwelen zou uit twee elementen kunnen bestaan. Ten eerste de verdere aanpassing van de regels voor staatssteun, opdat meer verdedigingsmechanismen mogelijk worden. Ten tweede zouden de budgettaire gevolgen van die ingrepen van de nationale autoriteiten een speciale, geprivilegieerde lijn kunnen krijgen in de begrotingsevaluaties die Europa zal moeten blijven opmaken.

Maatregel drie. Een punt waar de Europese Commissie dramatisch tekortschoot in de eerste fase van de pandemie is haar bereidheid tot forse tussenkomsten om de integriteit van de Europese eenheidsmarkt te verzekeren. De manier waarop met name Duitsland en Frankrijk op bepaalde momenten ongehinderd het vrij verkeer van coronagerelateerde goederen mochten verhinderen, maakte de pandemie in bijvoorbeeld Italië erger dan ze zonder die hindernissen zou zijn geweest.

Voor de kracht van de herstelbeweging - eens de acute fase van de pandemie achter de rug is - is het van het grootste belang dat de bedrijfsinvesteringen zo vlug mogelijk weer aanslaan. Voor de competitiviteit, de jobcreatie en de financiering van de welvaartsstaat - inclusief de gezondheidszorg - zijn die bedrijfsinvesteringen zonder meer de cruciaalste factor. Een strenge bewaking van de integriteit van de interne eenheidsmarkt is een belangrijke determinant van veel van die bedrijfsinvesteringen.

De kans dat deze maatregelen op de agenda van de Europese top komen, is nagenoeg onbestaande. De omstandigheden zijn er niet naar. Iedereen is blijkbaar gebiologeerd door de drang naar meer financiële middelen op korte termijn. Toch is het mijn stellige overtuiging dat de focus op meer financiële middelen om van alles en nog wat te gaan doen voor een stuk ook leidt tot de spijtige veronachtzaming van andere maar even reële behoeften en noodzakelijkheden. Staatsmanschap vereist dat er ook altijd voldoende aandacht is voor de middellange en de langere termijn. Dat ontbreekt vandaag al te vaak in de vele Europese discussies.