Tien Franstalige scholen in de faciliteitengemeenten van de Vlaamse Rand worden gefinancierd door de Vlaamse Overheid. De Franstalige Onderwijsinspectie is bevoegd voor de doorlichting van deze scholen. In theorie zou de Vlaamse Onderwijsinspectie een Nederlandstalig verslag van die doorlichtingen moeten krijgen, maar in de praktijk gebeurt dat niet. De Franstalige scholen vroegen en kregen tot nu toe elk jaar een uitzondering om de Franstalige eindtermen te mogen volgen. Vlaams Onderwijsminister Ben Weyts kreeg de vraag om die uitzondering opnieuw toe te staan.

Zijn Franstalige eindtermen gelijkwaardig aan Vlaamse?

Weyts stelt nu een onderzoek in naar de eindtermen die gehanteerd worden in de Franstalige scholen in de faciliteitengemeenten van de Vlaamse Rand. Een onafhankelijke commissie zal nagaan of die eindtermen wel gelijkwaardig zijn aan de Vlaamse eindtermen en of er voldoende aandacht is voor het Nederlands. De scholen liggen per slot van rekening in Nederlandstalige gemeenten, zij het dan met faciliteiten. De Vlaamse Onderwijsinspectie zal een advies geven en de Franstalige scholen zelf zullen gehoord worden. Uiterlijk tegen het einde van dit jaar zal de Vlaamse Regering beslissen of de Franstalige scholen opnieuw een uitzondering krijgen om de Franstalige eindtermen te volgen.

Ben Weyts wil lat overal even hoog leggen

“Deze scholen vragen aan Vlaanderen miljoenen euro’s aan omkadering en werkingsmiddelen, maar we hebben eigenlijk geen zicht op de onderwijskwaliteit”, zegt Weyts. “Dit is een absurde situatie die al jaren aansleept. Het is tijd om de discussie te objectiveren. Laat experts nagaan of de eindtermen in deze scholen voldoen aan de Vlaamse verwachtingen. En hoe is het gesteld met het Nederlands, zo belangrijk in onze regio? We moeten de lat overal even hoog leggen, in álle scholen die werken met Vlaamse middelen.”