Europees Hof fluit Raad van State terug

Heeft een derdelander automatisch recht op gezinshereniging indien zijn aanvraag niet behandeld raakt binnen de wettelijke termijn, ook als hij niet aan de voorwaarden voldoet? Het Europees Hof van Justitie is alvast van oordeel van niet. Deze week floot het Europees Hof de Belgische Raad van State daarover terug. Die ging uit van een impliciete goedkeuring indien de wettelijke termijn overschreden wordt. Maar dat is volgens het Europees Hof in strijd met de richtlijnen voor gezinshereniging.

Impliciete goedkeuring geschrapt

Met hun wetsvoorstel willen Yoleen Van Camp en Theo Francken tegemoet komen aan de conclusie van het Europees Hof. “Met ons wetsvoorstel verscherpen we opnieuw, in het licht van de recente rechtspraak, de wet op de gezinshereniging. We schrappen de impliciete goedkeuring van een aanvraag tot gezinshereniging bij het verstrijken van de termijn.” 

Geen stilzwijgend akkoord

De Europese wetgeving verplicht België te streven naar een beslissing voor gezinshereniging binnen de zes maanden voor Belgen en EU-burgers en negen maanden voor niet-EU-burgers. “Daar kunnen we niet buiten. De diensten blijven streven naar een uitspraak binnen de opgelegde termijn, maar als die niet gehaald wordt, moet alsnog worden gewacht op een uitspraak ten gronde en wordt in geen geval nog een stilzwijgend akkoord gegeven. Het recht op de automatische goedkeuring van de aanvraag als de afgesproken deadline niet gehaald wordt, vervalt”, besluit Yoleen Van Camp.