900.000 niet-stemmers

Afgelopen zondag mochten bijna vijf miljoen Vlamingen gaan stemmen. Hoewel er een opkomstplicht geldt, bedroeg de opkomst toch “slechts” 93 procent. Zeven procent ofwel 362.000 kiesgerechtigden bleven thuis, zij riskeren een boete. Daarnaast stemden 175.000 mensen blanco of ongeldig en lieten 334.000 niet-Belgen zich niet registreren om te kunnen stemmen. Opgeteld goed voor bijna 900.000 niet-stemmers.

Met de karwats naar de urne

“Drie dagen na de stembusslag is duidelijk dat de Vlaming niet graag met de karwats naar de stemurne wordt gebracht om daar een bolletje rood te kleuren. Dat is spijtig, maar dat is ook zijn goed recht. De opkomstplicht, de verplichting om te gaan stemmen, is dus grotendeels zinledig geworden. We zijn trouwens een van de weinige landen waar dit nog bestaat”, zegt Wim Van der Donckt.

Volmachten ronselen

Vorige week pleitte Kamerlid Van der Donck ook al tegen de opkomstplicht, toen in het licht van de volmachtenronseling, met name in rusthuizen. “Het afschaffen van de opkomstplicht zal leiden tot een versterking van de democratie, want elke politicus wordt ertoe verplicht de kiezer inhoudelijk te overtuigen om zijn stem voor hem uit te brengen, zo niet blijft die kiezer thuis”, besluit Wim Van der Donckt.