“Daar gaan we weer”, reageert Wim Van der Donckt, vast lid van de commissie Sociale zaken, Werk en Pensioenen. “Eerst kregen de tweede pijlerpensioenen te maken met rechtsonzekerheid door de circulaire van 31 maart over de berekening van de 80 procent-regel. Maar deze keer is er geen twijfel: de minister van Pensioenen, Karine Lalieux (PS), die eerder al had aangegeven het ‘onrechtvaardige’ systeem van de tweede pensioenpijler te willen hervormen, wil die pensioenen duidelijk beknotten.”

Onderhuids grote kloof in regering

“Mijn vermoeden is dat er onderhuids in de regering een grote kloof gaapt tussen partijen die het belang van een sterke tweede pensioenpijler onderschrijven en partijen die deze tweede pijler liever opdoeken en de fondsen gebruiken of belasten om de eerste pensioenpijler te financieren“, denkt Van der Donckt. “Zal de tweede pijler zwaarder belast worden in de toekomst, nota bene op een moment dat het wantrouwen in een comfortabel pensioen nooit groter was?“

Eerste pijler betalen met tweede pijler

“De minister vermijdt elke hervorming om de wettelijke pensioenen betaalbaar te houden. Door nu het plan op te vatten de pensioen van de eerste pijler te willen betalen met geld uit de tweede pensioenpijler, wordt de bevolking ontmoedigd in het sparen van een aanvullend pensioen. Er zijn nochtans andere opties om de betaalbaarheid van de pensioenuitgaven verder beheersbaar te houden en vertrouwen te geven, namelijk door ze drastisch te hervormen. Een sociaal beleid kan je ook enkel maar voeren als je je overheidsuitgaven goed beheerst en de werkzaamheidsgraad verhoogt”, besluit Van der Donckt.

Vooral Vlaamse aangelegenheid

Uit cijfers die Van der Donckt opvroeg bij de minister, bleek trouwens dat in 2020 3.943.551 individuen in ons land rechten opbouwden in het kader van de tweede pensioenpijler, waarvan 2.445.423 in het Vlaams Gewest en 868.579 in het Waals gewest, waardoor de tweede pijler toch vooral een Vlaamse aangelegenheid is.