Het Vlaams Team Gedragsinzichten moet nagaan hoe de overheid nudging en andere technieken of instrumenten voor gedragsbeïnvloeding positief kan inzetten. “Om een concreet voorbeeld te geven: met nudging wordt er afgestapt van de ambtelijke taal”, legt het Vlaams Parlementslid uit. “Doordat een brief van de overheid veel eenvoudiger en directer wordt opgesteld, zijn mensen eerder geneigd om positief en vlugger te reageren. Dat blijkt al zeer goed te werken bij het innen van achterstallige belastingen.”

Een duwtje in de rug geven

Nudging is afgeleid van het Engelse woord ‘nudge’, wat een duwtje of por betekent. “Het doel is het gedrag van mensen bij te sturen, zonder hen het gevoel te geven dat ze zelf geen keuze kunnen maken”, verduidelijkt Godderis-T’Jonck. “Het klassieke voorbeeld is het plaatsen van een nepvlieg op urinoirs, zodat mannen niet meer naast de pot plassen. Een ander voorbeeld is het op ooghoogte plaatsen van fruit in school- of bedrijfskantines, terwijl je voor een ongezonde snack op de knieën moet. Ongezond eten is nog altijd een optie, maar wordt net iets moeilijker gemaakt. Een goed zichtbare trap zal je vlugger gebruiken dan een lift die eerder onzichtbaar achter een muur zit.”

Deze vorm van gedragssturing via niet-dwingende prikkels is een goede aanvulling op de drie traditionele instrumenten van gedragsbeïnvloeding: wetgeving, voorlichting en financiële prikkels. Die kunnen te dwingend, te paternalistisch of te duur zijn en gaan bovendien uit van de mens als rationeel wezen, terwijl nudges aan een aantal voorwaarden moeten voldoen: ze moeten goedkoop in gebruik zijn, gemakkelijk te weigeren, transparant en een hulp bieden bij de bestaande voorkeuren van mensen. “Voor ons is het erg belangrijk dat al die randvoorwaarden ook worden nageleefd”, besluit Godderis-T’Jonck.