Nederland en Denemarken bewijzen dat het anders kan. Beide landen investeerden in thuisoplossingen en het aandeel 75-plussers in verzorgings- en verplegingshuizen is in Nederland tussen 2002 en 2015 gedaald van 12 naar 8 procent. In Denemarken daalde het percentage 65-plussers in ouderenvoorzieningen van 5,4 procent in 2006 naar 3,4 procent in 2020. Beide landen hebben ook een lager percentage eenzame ouderen.

Ouderen zelf keuzes laten maken

“Het totale budget dat in Vlaanderen naar ouderenzorg gaat, bedraagt meer dan 4 miljard euro. Dat budget is bovendien de laatste 7 jaar met 831 miljoen gestegen. Sinds Vlaanderen in 2015 bevoegd is, steeg de begroting voor woonzorgcentra met 20 procent terwijl dat in Franstalig België maar 4,5 procent was. Maar dat geld moeten we anders besteden. We willen  persoonsvolgende budgetten uitbetalen aan ouderen die dan zelf keuzes kunnen maken. Concreet willen we als eerste experiment met persoonsvolgende financiering pleegzorg voor ouderen introduceren”, aldus Parys. “Het gaat dan over ouderen die niet meer onafhankelijk kunnen thuis wonen met thuiszorg, maar ook geen nood hebben aan de constante zorg die een woonzorgcentrum biedt. Het persoonsvolgend ouderenzorgbudget zal een stimulans zijn om creatieve oplossingen te bedenken om langer thuis te blijven, maar ook alternatieve woonvormen te laten ontstaan.”

WZC 2.0: klein, open, ingebed in buurt

Parys geeft tegelijk aan dat woonzorgcentra altijd nodig en nuttig zullen blijven. “Maar ook die willen we op een nieuwe leest schoeien. Het woonzorgcentrum van de toekomst is klein, open, ingebed in de buurt en moet een plek worden waar school, kinderopvang, jeugdhulp, wijkwerking, thuiszorg, gezondheidszorg en ouderenzorg samengevlochten worden. Zo kan een oudere bewoner voorlezen in de kinderopvang. Een jongere in jeugdhulp kan boodschappen doen voor ouderen en zo verbinding maken. We introduceren flexi-jobs en combi-jobs. Die laatste moeten het mogelijk maken dat een personeelslid bijvoorbeeld werk in kinderopvang, thuiszorg en het woonzorgcentrum combineert.” 

Sneller optreden tegen misbruiken

De N-VA stelt ook voor om de zorgbudgetten te hervormen. En om sneller op te treden tegen misbruiken. Zo kan een woonzorgcentrum nog maximum een jaar op de lijst met verhoogd toezicht staan alvorens procedure tot sluiting, intrekking van de erkenning wordt gestart of een crisismanager wordt aangesteld. Wie al eerder een woonzorgcentrum heeft uitgebaat dat door de Vlaamse overheid werd gesloten, kan voor de N-VA in de toekomst nooit meer een zorgvoorziening die erkend is door de Vlaamse overheid uitbaten.

Wat de zorginspectie betreft stelt Parys een multidisciplinair keurkorps voor dat zich specialiseert in woonzorgcentra. De inspecties moeten zich focussen op tevredenheid bij bewoners en families. Daarnaast moeten voor Parys de online verslagen aangevuld kunnen worden met andere informatie en makkelijk raadpleegbaar zijn.