We kennen allemaal het probleem van phishing, waarbij mensen geld wordt ontfutseld via allerlei trucs en valse e-mails of sms’jes. Om zelf niet betrapt te worden gebruiken oplichters de bankrekening van derden, zogenaamde geldezels of ‘money mules’. Dit zijn mensen die, tegen een vergoeding, hun bankrekening en/of bankkaart met pincode uitlenen. Het gestolen geld kan vervolgens online worden uitgegeven, naar een andere rekening doorgestuurd of aan de automaat afgehaald.

De ezel wordt gestraft, de echte crimineel blijft buiten schot

Doorgaans zijn geldezels kwetsbare personen in onze samenleving. Vaak jongeren, die bijvoorbeeld een leuke bijverdienste wordt beloofd als vennoot in een nieuwe zaak, maar die meestal niet beseffen dat het geld gestolen is. De geldezel knapt het vuile werk op en kan makkelijk worden geïdentificeerd. Geregeld verschijnen er schrijnende verhalen in de pers waarbij geldezels worden veroordeeld tot hoge geldboetes en zelfs gevangenisstraffen. Bovendien komen veroordeelde geldezels op een zwarte lijst bij hun bank, waardoor ze veel moeilijker een rekening kunnen openen of een lening kunnen afsluiten. Voor jongeren een zware hypotheek op hun toekomst. Wanneer het tieners betreft, moeten ook ouders mee opdraaien voor de kosten, wat tot grote familiedrama’s kan leiden.

Meer nood aan uitwisseling van gegevens

De echte criminelen blijven buiten schot omdat financiële instellingen in ons land louter een bankrekening waarop zij verdachte transacties waarnemen, kunnen blokkeren. Ze mogen die informatie officieel niet delen met andere banken omdat de antiwitwaswetgeving géén bepalingen daartoe voorziet. Er is dus veel meer nood aan uitwisseling van gegevens om criminele netwerken vroeger te kunnen stoppen en op te rollen.

Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de strenge privacywetgeving die sinds 2018 van kracht is. De bestrijding van fraude wordt wel algemeen aanvaard als een gerechtvaardigd belang voor de verwerking van persoonsgegevens, maar wellicht deinzen banken ervoor terug om deze rechtsgrond in te roepen omdat niet iedere verdachte transactie naderhand frauduleus blijkt te zijn. De vrees voor zware boetes bij de Gegevensbeschermingsautoriteit en eventuele reputatieschade zal daar niet vreemd aan zijn.

Paal en perk stellen aan fraude via geldezels

Voor Michael Freilich is het evenwel zonneklaar dat er dringend paal en perk worden gesteld aan de fraude via geldezels. “Het is toch absurd dat banken, vanwege privacyregels, fraudedossiers niet adequaat kunnen aanpakken. Met ons parlementair initiatief willen we de nodige wettelijke aanpassingen laten voorzien om dit wél mogelijk te maken. In Nederland is er al langer een Risk Warning System dat de banken in staat stelt om onderling informatie te delen en een onderzoek te starten bij vermoedens van fraude. Als het daar kan, waarom dan niet bij ons?”