Ruimtevaart biedt mogelijkheden in metingen van onze waterhuishouding, de evolutie van ruimtelijke ordening, het waarnemen van klimaatveranderingen en overstromingsgevoelige gebieden. Landbouwers kunnen zelfs hun gewassen vanuit de ruimte observeren. Maar ook voor veiligheid en Defensie moeten we kunnen rekenen op communicatie via satellieten. En onze Vlaamse industrie staat aan de wereldtop wat betreft onderzoek, innovatie en ontwikkeling voor die hoogtechnologische toepassingen.
Communautaire scheeftrekking
België zet traditioneel zwaar in op ruimtevaart als de vijfde grootste bijdrager in Europa. “Prima dat er aandacht en budget gaat naar zo’n belangrijke sector”, duidt Gijbels. “Maar er is wel sprake van een communautaire scheeftrekking. De grote brokken van het budget stromen steevast naar Wallonië, terwijl de Vlaamse ruimtevaartindustrie ook een eerlijke ondersteuning verdient. Nochtans zijn daarover afspraken gemaakt in het verleden, maar de afgesproken 55 procent die naar Vlaanderen zou moeten vloeien worden nog lang niet gehaald. Volgens de laatste cijfers blijven we steken op ongeveer 45 procent, wat dus veel te weinig is.”
Cruciaal voor Vlaanderen als kenniscentrum
“We mogen terecht fier zijn op deze sector die allerhande toepassingen en technologieën uitwerkt voor de ruimtevaart”, vindt ook Vlaams Parlementslid Elke Sleurs. “Dat belang is cruciaal voor Vlaanderen als kenniscentrum en haar innovatierol in de wereld.”
Ze vertelt dat het Vlaamse Impulsprogramma jaarlijks 11 miljoen euro bijdraagt aan de ruimtevaartindustrie. “Vanuit Flanders Space worden onze ruimtevaartbedrijven, vaak gespecialiseerd in nichedomeinen en innovatie, gelukkig degelijk ondersteund. Maar dat betekent niet dat de federale koek niet eerlijk verdeeld moet worden.”
Interfederaal ruimtevaartagentschap
Frieda Gijbels wil met een resolutie oproepen om transparant en jaarlijks te rapporteren over de verdeling van de middelen, maar ook om een interfederaal ruimtevaartagentschap op te richten. “Voormalig staatssecretarissen Elke Sleurs en Zuhal Demir hebben geprobeerd om het federaal wetenschapsbeleid en de federale wetenschappelijke instellingen te moderniseren en responsabiliseren. Dat verstandige beleid, met oog voor de toekomst, wordt compleet teruggedraaid door huidig staatssecretaris Dermine (PS), die alles in het werk stelt om de greep van de PS op het wetenschapsbeleid te verstevigen. Zo weigert hij de federale wetenschappelijke instellingen te verzelfstandigen, hoewel dat expliciet in het regeerakkoord is opgenomen.”