“Het proces over de aanslagen van 22 maart zou minstens zeven tot negen maanden duren. Gedurende die lange periode zullen de slachtoffers alles aan de kant moeten schuiven om herinnerd te worden aan de pijnlijkste en gruwelijkste periode uit hun leven. Vele slachtoffers zien dat absoluut niet zitten en kijken daartegenop”, weet Van Vaerenbergh.

38.400 schuldvragen

Haar wetsvoorstel zou terreurzaken voor speciale criminele kamers van een correctionele rechter brengen. Die procedure is organisatorisch eenvoudiger en vermindert de kans op procedurefouten aanzienlijk, maar behoudt de mogelijkheid om slachtoffers en getuigen te horen. “Een onervaren jury van 36 personen moet 38.400 (!) schuldvragen beantwoorden. Er valt te vrezen dat velen niet zullen volhouden en mentaal of fysiek zullen kraken. Ook hun leven staat negen maanden volledig stil. Je zal maar eens zelfstandig bakker zijn en je zaak moeten sluiten”, stelt het N-VA-Kamerlid.

Geschatte kostprijs 25 miljoen

Ook de belasting voor justitie zelf is niet gering. Drie keer zo veel magistraten van de zetel en het parket zullen nodig zijn. Dat verstoort de reguliere werking en de gerechtelijke achterstand in Brussel vergroot nog verder. Honderden veiligheidsbeambten en agenten worden ingezet om negen maanden lang de veiligheid te garanderen en het transport van de beschuldigden te voorzien. De geschatte kostprijs op dit moment bedraagt 25 miljoen euro maar zal ongetwijfeld nog verder oplopen.

Open Vld trekt staart in

Kristien Van Vaerenbergh betreurt dat het terreurproces alsnog een assisenproces wordt, ondanks de zeer duidelijke en herhaaldelijke oproep van federaal procureur Van Leeuw aan de wetgever om dit te vermijden. De Nederlandstalige partijen binnen de meerderheid durven hun eerder ingenomen standpunt als voorstander van het voorstel – Open Vld is zelfs mede-indiener – niet om te zetten in een effectieve goedkeuring. De Franstalige partijen, die traditioneel voor het behoud van assisen zijn, drukken dus hun stem door, ten nadele van de slachtoffers. “Omwille van onenigheid binnen de paars-groene regering komt het terreurproces dus in het gedrang en wordt het ondergeschikt gemaakt aan de strubbelingen binnen de prille meerderheid”, besluit Van Vaerenbergh.