De regeling van Vandenbroucke is het resultaat van een eenzijdig akkoord dat de minister maakte met de Franse Gemeenschap. Ze zorgt ervoor dat de Franse Gemeenschap gepardonneerd wordt voor het negeren van de federale quota in hun artsenopleidingen gedurende de laatste 25 jaar, terwijl Vlaanderen zich al die tijd wel maximaal aan de regels heeft gehouden. 

“In ruil voor deze toegeving kan Vandenbroucke enkel voorleggen dat de Franse Gemeenschap belooft zich in de toekomst wel aan een vast quotum te houden. Een belofte die in het verleden al meermaals zonder gevolg is gebleken. De minister schrapte zelfs het responsabiliseringsmechanisme om deze zoveelste loze belofte ook daadwerkelijk af te dwingen”, stelt Van Peel.

“Volgens het meest recente rapport van de Planningscommissie zijn er de afgelopen zeventien jaar proportioneel aan Franstalige kant 2.233 artsen te veel opgeleid en in Vlaanderen 98 te weinig. De minister beargumenteert dat dit geen probleem vormt, aangezien Waalse artsen gemiddeld minder werken. Maar dat is net te wijten aan het teveel aan Waalse artsen in bepaalde specialiteiten. Bovendien sluit hij de ogen voor de overconsumptie die hierdoor in Franstalig België is ontstaan. En dit mede op kosten van de Vlaamse belastingbetaler”, zegt Van Peel. “Meer nog, bij de toekenning voor de toekomstige RIZIV-nummers stapt de minister zelfs af van een verdeling tussen noord en zuid op basis van het bevolkingsaantal. Ze werken minder, dus ze hebben er meer nodig, zo luidt de hallucinante conclusie.”

Met het oplossen van de tekorten die we vandaag zien bij onder meer huisartsen heeft dit niets te maken. “Aan Franstalige kant kampt men evenzeer met een tekort aan huisartsen en andere minder populaire specialiteiten, hoewel men daar nooit ingangsexamens heeft gehad. Om dit probleem op te lossen zal er moeten gewerkt worden aan de aantrekkelijkheid van het beroep. Overconsumptie creëren in andere takken van de geneeskunde verhelpt dit probleem niet. Integendeel”, duidt Van Peel.

Op het Overlegcomité van 5 juli, met de artsenquota als enige agendapunt, maakte de Vlaamse Regering reeds formeel duidelijk dat zij niet akkoord ging met het voorstel-Vandenbroucke. Maar dat hinderde de federale regering niet om alsnog met de regeling door te gaan.

“Nog eens naar het Overlegcomité stappen, zal helaas hetzelfde afwijzende resultaat opleveren. Daarom stapt de N-VA als partij naar het Grondwettelijk Hof om die onrechtvaardige regeling ten gronde aan te vechten. Hier is sprake van een fundamentele ongelijkheid tussen Vlamingen en Franstaligen, van twee maten en twee gewichten. Een ongelijkheid die op federaal niveau nu ook nog eens wordt gebetonneerd”, zegt Vlaams fractievoorzitter Wilfried Vandaele.

“Wij zullen dit doen met een groep belanghebbenden in dit dossier. Denk aan Vlaamse kandidaat-studenten die in het verleden proportioneel benadeeld zijn ten opzichte van Franstalige studenten of Vlaamse artsen die volgens deze regeling van Vandenbroucke blijkbaar geacht worden om meer te werken dan Franstalige artsen”, zegt N-VA-secretaris Louis Ide, die zelf ook arts is en dit dossier al decennialang opvolgt. “Iedere benadeelde die zich bij dit initiatief wenst aan te sluiten, blijft welkom om zich bij ons te melden”, besluit Ide.