“Dat de minister van Justitie nu eindelijk lijkt te beseffen dat de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank een noodzakelijk instrument is, is dan ook het enige positieve aan dit afgrijselijke verhaal. Vorige maand, tijdens de bespreking van het nieuwe seksueel strafrecht weigerden Van Quickenborne en de meerderheidspartijen om de terbeschikkingstelling mee op te nemen,” zegt Sophie De Wit. Binnen de regering is men het er blijkbaar niet over eens of de terbeschikkingstelling wel behouden moet blijven. Sommigen pleiten voor de afschaffing. “Onbegrijpelijk”, aldus Sophie De Wit, “want het biedt de enige mogelijkheid om na strafeinde nog aan opvolging te doen.”

‘Dit is bijna vragen om nieuwe slachtoffers’

Deze zaak toont daarnaast nog maar eens het belang aan van een degelijke risicotaxatie aan. Als men ziet dat een veroordeelde gedetineerde zijn strafeinde nadert en totaal geen schuldinzicht heeft of stappen zet in de richting van herstel, zouden er maatregelen moeten getroffen worden om de maatschappij te beschermen. “Zeker als blijkt dat het gaat om iemand met een zwaar psychiatrisch profiel, is het onaanvaardbaar om die persoon zomaar op te sluiten zonder enige behandeling. Laat staan dat die persoon zonder enige voorwaarde opnieuw in de samenleving gedropt wordt. Dat is bijna vragen om nieuwe slachtoffers”, zegt Van Peel.

Levenslang verbod omgaan met kinderen

Deze zaak is niet de eerste zaak waar zware feiten met kinderen zich herhalen. Van Peel hekelt de vaak afwachtende houding binnen onze kinderbescherming, terwijl voorkomen juist heel belangrijk is. Wie zijn straf voor kindermisbruik of kindermoord uitzit, kan bijvoorbeeld zonder meer opnieuw beginnen aan een gezin met kinderen. Vaak bij een partner die niet op de hoogte is van de vroegere veroordeling, terwijl dat in veel gevallen allesbehalve veilig is. “Wat mij betreft verspeelt iemand die een kind op zo’n manier behandelt levenslang het recht om nog met kinderen om te gaan”, vindt Valerie Van Peel. Daarom pleit de N-VA ervoor om na te denken over een volledig omgangsverbod met kinderen voor dergelijke daders. Als beveiligingsmaatregel om andere kinderen voor die gruwel te behoeden en niet meer te moeten vaststellen dat er alweer te laat gehandeld werd.