Vooral de beloofde stijging van de werkzaamheidsgraad baart de commissie veel zorgen. Volgens de berekeningen zou België door het huidige beleid in 2030 landen op een werkzaamheidsgraad van 74,6 procent in plaats van de beoogde 80 procent. Dat betekent een pak minder bijdragen aan de sociale zekerheid en belastingen, en een pak meer vervangingsinkomsten. 

Put wordt nog dieper

Volgens het rapport zullen de vergrijzingskosten tussen 2019 en 2050 exploderen met 5,2 procent in verhouding tot de verwachte en gehoopte economische groei (BBP).  En de Vergrijzingscommissie voegt eraan toe dat het ook meer dan 7 procent kan zijn als de verwachtingen inzake productiviteitsgroei niet worden ingelost. “Het gekibbel en de besluiteloosheid van deze regering zet niet alleen het pensioenstelsel onder druk, maar ook bij uitbreiding de financiering van de overheid. Alleen al onder deze regering zal de vergrijzingskost dus met minstens 2 procent stijgen tegen 2024. En intussen overweegt men om nog meer maatregelen te nemen die de put nog dieper zullen maken.”

Werk maken van werk

De N-VA wil vooral inzetten op een meer werk maken van werk. Daarom lanceerde ze een achtpuntenplan om de werkzaamheidsgraad naar 80 procent te laten groeien. “Daarnaast pleiten we ook voor een pensioen naar bijdrage aan onze arbeidsmarkt. Plus een uniforme pensioenregeling voor alle vormen van tewerkstelling met een solide tweede pensioenpijler voor iedereen die werkt”, besluit Van der Donckt.