“De bedoeling van deze wetgeving moet in principe zijn dat gegevens doorgegeven worden aan de burgemeesters, die controlerend en zo nodig sanctionerend kunnen optreden tegen mensen die weigeren om zich te laten testen of die de quarantaine niet naleven”, aldus Gilles Verstraeten. Maar in de regeling van Maron is dat niet het geval. “Enkel wanneer de contactopsporing van het gewest vaststelt dat iemand die in quarantaine moet of zich moet laten testen zelf openlijk zegt: ‘ik doe het niet’, kán het gewest de gegevens overmaken aan de burgemeester. Het is niet eens verplicht.”

Tijdverspilling

Bovendien beperkt Maron de rol van de burgemeesters zodanig dat er van sanctioneren geen sprake is. Ze mogen namelijk enkel gemeentelijk personeel inschakelen, en niet de lokale politie. Zegt de persoon nog altijd openlijk dat hij zich niet wil laten testen of niet in quarantaine wil gaan, moet de burgemeester die bevestiging terug naar het gewest sturen. “Daar kan men dan beslissen om misschien – als ze er zin in hebben – de zaak aan het parket over te maken”, zegt Verstraeten. “Nadat heel het circus rond is, zijn we vermoedelijk twee à drie weken verder. Dit is gewoon je reinste tijdverspilling. Neemt meneer Maron ons voor onnozelaars? Hij had net zo goed géén regeling kunnen uitwerken.”

Drama voor Brussel

Het past voor Verstraeten echter in de lijn van de Brusselse regering, en dan vooral de paars-groene as. “We moeten sensibiliseren, het vriendelijk vragen, uitleggen, maar zelfs de meest manifeste en grofste overtreders mogen we nooit ofte nimmer sanctioneren.” Volgens Verstraeten is dit een drama voor Brussel, want testen en quarantaine zijn naast een succesvolle vaccinatiecampagne de basis van de aanpak van de pandemie. “Maar in Brussel krijgen we schijnbaar niets van dit alles efficiënt op de sporen. Ik hou mijn hart vast voor waar we in Brussel zullen staan deze zomer”, besluit het parlementslid.