"Ik wil tot een sterker en meer coherent beschermd bestand komen, zodat een bescherming door de burger als vanzelfsprekend wordt ervaren en eigenaars meer rechtszekerheid hebben. Op die manier worden de beperkte middelen voor het behoud van het beschermde erfgoed ingezet op de beschermingen die het effectief waard zijn", aldus minister Matthias Diependaele.

Stand van zaken na 90 jaar

Het beschermingsbeleid in Vlaanderen is niet altijd even consequent doorgevoerd: zowel geografisch, als over de jaren heen en qua methode stellen we verschillen vast. Het is dus dringend tijd dat we na meer dan 90 jaar beschermen ook eens een stand van zaken opmaken en een grondige kwaliteitscontrole doorvoeren. Want niet elk monument heeft de tand des tijds even goed doorstaan. Soms is het goed grotendeels verdwenen na calamiteiten of een vergunde sloop. Maar soms zijn ook de erfgoedwaarden verdwenen.

591 monumenten onderzocht

De evaluatie van het beschermde bestand heeft tot doel te komen tot een weloverwogen, representatieve en evenwichtige staalkaart van  het onroerend erfgoed die getuigt van het leven in Vlaanderen. In de loop van 2022 worden op basis van onderzoek van het agentschap Onroerend Erfgoed al 55 opheffings- en wijzigingsdossiers in procedure worden gebracht. Tegen het einde van het jaar zal het agentschap door alle beschermingen gaan. Momenteel worden 591 monumenten in detail onderzocht om na te gaan of ze de Vlaamse kwaliteitsdrempel halen.

Kwalitatief beschermd bestand

“Ik let erop dat een opheffing geen hiaat creëert in het beschermde bestand.  Begin dit jaar telde Vlaanderen 11.429 beschermde monumenten, uiteraard is het niet mijn intentie om hierin een kaalslag hierin teweeg te brengen. Wel moeten we met een kritische blik al deze monumenten tegen het licht houden. Mijn doelstelling hierbij is om tot een kwalitatief beschermd bestand te komen.”