Veel vroegtijdige schoolverlaters zijn jongeren die de school hebben ingeruild voor een job. Ze zijn dus zeker niet altijd werkloos, maar toch blijven ze kwetsbaar op een arbeidsmarkt die – als het er op aan komt – belang blijft hechten aan officiële kwalificaties. Niet zelden zijn ze de eerste werknemers die afgedankt worden als de economische omstandigheden verslechteren. Het blijft ook daarom belangrijk om zoveel mogelijk leerlingen te helpen aan een echte kwalificatie. 

“We moeten leerlingen die risico lopen op vroegtijdig schoolverlaten zo dicht mogelijk bij school houden. En we doen extra inspanningen voor wie toch de school verlaten heeft zonder diploma. Deze jongeren krijgen kansen om alsnog een kwalificatie te halen”, aldus Ben Weyts. 

Meer mannen dan vrouwen

De cijfers dalen – in 1999 ging het nog om 13,6 procent, nu om 5,3 procent en Vlaanderen doet het beter dan de andere gewesten en het Europese gemiddelde. Dat neemt niet weg dat er ook binnen Vlaanderen verschillen zijn tussen regio’s – er zijn meer vroegtijdige schoolverlaters in grote steden – en tussen de geslachten – dubbel zoveel bij mannen als bij vrouwen. 

Economische situatie

“Elke jongere die de school verlaat zonder diploma blijft er een te veel”, zegt Weyts. “Bovendien ben ik bezorgd over de langetermijneffecten van de coronacrisis en over de verslechterende economische situatie. Binnen onderwijs blijven we daarom al het mogelijke doen om vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen. Er zijn ook extra middelen vrijgemaakt voor volwassenenonderwijs, zodat er daar nog meer initiatieven kunnen komen die specifiek gericht zijn op jongeren zonder diploma. Er zijn voor hen aangepaste trajecten die alsnog naar een kwalificatie leiden.”