Meer dan een jaar geleden werd in het Vlaams Parlement de Werkgroep Institutionele Zaken opgericht, waarbij ook de versnippering van bevoegdheden tussen het federale en het deelstatelijke beleidsniveau herhaaldelijk aan bod kwam. Structurele hervormingen zijn nodig, maar zullen moeten wachten tot 2024. De regering-Michel II kwam op 20 mei 2019 met een erg beperkte lijst van grondwetsartikelen die tot herziening verklaard werden. Dat beperkt helaas de mogelijkheden tot institutionele bijsturingen tijdens deze federale regeerperiode.

Niet wachten tot 2024

“Dat betekent niet dat we tot 2024 niks kunnen doen. Het is mogelijk om nu al knelpunten aan te pakken binnen het huidige grondwettelijk en wettelijke kader, in afwachting van de nodige meer structurele oplossingen”, aldus Karl Vanlouwe. Het gaat dan vooral over ‘quick wins’: zaken die zonder staatshervorming, aanpassing van de grondwet en bijzondere wet reeds kunnen ingevoerd worden.

Federaal beleid op maat van gewest en gemeenschap

Zo stelt men in de nota voor om enkele federale bevoegdheden asymmetrisch uit te voeren, zodat het beleid op maat kan worden gebracht van de specifieke noden en het beleid van gewest of gemeenschap. Het gaat dan vooral over gezondheids- en arbeidsmarktbeleid.

De huidige bevoegdheidsverdeling moet ook correct geïnterpreteerd en toegepast worden, en de overleg- en samenwerkingsinstrumenten moeten geactualiseerd en gerationaliseerd worden, met meer vertegenwoordiging van de deelstaten in de federale bestuursorganen.

Structurele omwenteling nodig

Op 4 juli vindt het debat plaats over de conceptnota. “Waar de N-VA voor staat, is duidelijk. Dat zullen we ook aan de burger duidelijk blijven maken”, aldus Karl Vanlouwe. “Met de conceptnota tonen we aan dat er wel wat is mogelijk op korte termijn, maar om echte stappen te zetten naar meer efficiëntie, transparantie en democratie en beter bestuur is een structurele omwenteling nodig.”