Wie in Vlaanderen tussen 56 en 74 jaar is, krijgt sinds 2013 een uitnodiging in de bus om zich vrijwillig en gratis te laten screenen op darmkanker. Amper een goede helft van de Vlamingen in de genoemde leeftijdsgroep gaat daarop in. Daarmee scoren we allesbehalve goed in vergelijking met Nederland, waar 72 procent van de doelgroep zich laat screenen.

Screeningsleeftijd vervroegen

Ongeveer 20.000 mensen krijgen na zo’n screening elk jaar te horen dat er afwijkende waarden zijn vastgesteld. Maar ongeveer één op de vijf slechts gaat in op de uitnodiging voor een bijkomend onderzoek. Daardoor worden in Vlaanderen elk jaar 368 gevallen van darmkanker niet ontdekt en dus niet behandeld. Specialisten vermoeden dat wie geen bijkomend onderzoek laat verrichten bang is voor het resultaat, geen tijd heeft of de ernst van de situatie niet inziet. Negentig procent van hen hééft ook geen darmkanker. Maar de tien procent die de ziekte wel heeft, laat hier - vaak letterlijk - de kans van zijn leven liggen om de ziekte tijdig te laten behandelen. Daarom zal de bevoegde minister Jo Vandeurzen (CD&V) vanaf dit jaar die mensen nogmaals aanschrijven, 24 maanden na hun laatste onderzoek, met de vraag om alsnog een vervolgonderzoek te laten uitvoeren.

Maar volgens Godderis-T’Jonck moet de minister nog een stap verder gaan: “Hij moet niet alleen de deelname aan de screening zo snel mogelijk boven de zestig procent krijgen, zodat we onze achterstand op Nederland tenminste gedeeltelijk goedmaken, maar ook de screeningsleeftijd vervroegen van 56 naar 50 jaar. Want hoe vroeger je de diagnose kan stellen, des te vroeger je met de behandeling kan starten en des te groter de kans op genezing.”