Een recent onderzoeksrapport van het Steunpunt Wonen toonde aan dat lokale besturen vaak te weinig mogelijkheden hebben om inwoners in noodsituaties tijdelijk te huisvesten. Gemeenten en OCMW’s konden tot 15 oktober intekenen op deze eerste projectoproep. In totaal dienden 78 lokale besturen tijdig een projectvoorstel in. Vijf projectvoorstellen bleken niet ontvankelijk, maar 73 projecten kunnen rekenen op Vlaamse subsidies.

Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele reageert zeer tevreden. “Het toont aan dat gemeenten en OCMW’s hier echt op willen inzetten en zo mee het verschil willen maken voor gezinnen in nood.”

623 noodwoningen

De gemeenten en OCMW’s konden projectvoorstellen indienen voor het bouwen, kopen, renoveren en/of inrichten van noodwoningen. Ook voor bestaande noodwoningen die dringend aan renovatie of herinrichting toe zijn, kon een voorstel worden ingediend. Sommige projecten zullen in 2021 al gerealiseerd worden, voor de grotere projecten zal dat in 2022 of ten laatste 2023 zijn. Het gaat in totaal over 623 noodwoningen. “We slaan de handen in elkaar met de lokale besturen en we nemen voor deze projecten 50 procent van de kosten voor onze rekening. Voor enkele projecten met een zeer hoge geraamde kostprijs hebben we de subsidie wel beperkt. Het maximale subsidiebedrag is 145.000 euro per noodwoning. Voor de 623 noodwoningen samen gaat het over meer dan 11 miljoen euro aan Vlaamse investeringen.” 

Snelle herhuisvesting in noodsituaties

Met de subsidies wil de Vlaamse Regering een snelle herhuisvesting garanderen in acute noodsituaties, zoals bijvoorbeeld voor bewoners van onbewoonbaar verklaarde woningen na een brand of overstroming. Dat is een belangrijk sluitstuk binnen het lokale en het Vlaamse woonbeleid. “We gaan deze projectoproep de komende jaren herhalen, zodat er in Vlaanderen een gebiedsdekkend en voldoende aanbod aan noodwoningen kan komen”, besluit minister Diependaele.