Ik ben geboren in Burkina Faso. Mijn grootouders vertelden me verhalen uit hun leven in de koloniale tijd, en mijn jonge ouders vertelden me de verhalen die zij van hun ouders hadden gehoord. Ik groeide op in een samenleving waar de zwakheid van de democratie voortvloeide uit het wankele politieke systeem dat achterbleef nadat de Fransen waren vertrokken.

Door de tragische dood van George Floyd zijn we ons allemaal een paar moeilijke vragen gaan stellen over wie we zijn en hoe de samenleving om ons heen tot stand is gekomen. Onderwerpen die eerder niet verder reikten dan ongemakkelijke tafelgesprekken of debatten binnen de academische wereld zijn intussen als een bom ingeslagen in het publieke bewustzijn, op een manier die we sinds de burgerrechtenprotesten van de jaren zestig niet meer hebben meegemaakt.

De dood van George Floyd heeft de lont gestoken in een kruitvat van tientallen jaren van sociale en economische ongelijkheid en frustratie. De beweging is verrezen uit een brandhaard van verdriet en onrecht, als een feniks uit de as. Ze heeft dringend noodzakelijke gesprekken op gang gebracht over maatschappelijke vooroordelen, machtsmisbruik, tekortkomingen in de gezondheidszorg, het onderwijs en bij de politie. Er was een kwestie voor nodig die generaties lang ongeduldig had gewacht om te worden besproken, en die heeft de zaak nu in elke nieuwsfeed, elk socialemediaplatform en elke krant gebracht.

Debatten over hoe we het beste gelijkheid tot stand kunnen brengen hebben het altijd ook in zich gehad dat ze mensen kunnen verdelen in plaats van ze te verenigen. Hoewel de overgrote meerderheid vreedzaam heeft geprotesteerd, zijn er mensen die proberen een verhaal ingang te doen vinden waarin alle zwarte mensen onderdrukt worden en alle blanke mensen bevoorrecht zijn. Toen verdriet de vorm van protest aannam, en protest de vorm van woede en vergelding, hebben sommigen besloten dat er koppen moesten rollen – stenen koppen, welteverstaan.

Sommigen hebben besloten dat bepaalde historische figuren geen plaats meer hebben in een gecureerde en gezuiverde versie van onze geschiedenis. Het probleem is dat het karikaturen maakt van onze historische figuren en de nuance verwijdert die nodig is om onze geschiedenis te begrijpen. Dit stopt Churchill bijvoorbeeld in dezelfde categorie als een slavenhandelaar en Leopold II in dezelfde kolom als Pol Pot. Terwijl ik dit zat te schrijven, stonden tientallen politieagenten om een standbeeld van Churchill heen om te beletten dat het vernield wordt. Toch was het niet Churchill die de grootste genocide in de geschiedenis heeft ontketend of ervoor heeft gezorgd dat zwarte mensen die in nazi-Duitsland woonden vervolgd, ontrecht en vermoord werden. Nee, Churchill heeft het zijne ertoe bijgedragen dat daaraan een einde werd gemaakt.

In januari van dit jaar bezocht ik Auschwitz. De overweldigende kracht van die ervaring zal ik nooit nog kunnen vergeten; het haar dat er lag, de schoenen, de bittere kou... Het heeft me meer geleerd over verlies, slachtoffering en menselijke waardigheid dan welk geschiedkundig werk ook ooit zou kunnen. Hoewel ik bekend was met de geschiedenis van Auschwitz, was het toch nog iets anders om het te zien. Het leerde me dat, hoewel delen van onze geschiedenis ons gevoelens van ongemak en afschuw zullen bezorgen, en ons soms zelfs de menselijkheid in onszelf in twijfel zullen laten trekken, we ze wél nodig hebben.

Nadat de atoombom de met een koepel bekroonde Prefecturale Hal voor de Promotie van de Industrie in Hiroshima had geraakt, behield het gebouw op de een of andere manier toch een deel van zijn muren en het stalen gebinte van de koepel. Deze structuur werd al snel een symbool van vernietiging, overleving en wederopbouw. Het gebouw is nu de belangrijkste attractie in het Vredesherdenkingspark van Hiroshima. ‘Zij die zich het verleden niet kunnen herinneren, zijn gedoemd het te herhalen.’ Maar we moeten ons onze geschiedenis niet alleen herinneren, we moeten ze ook kunnen zien.

Als het om beelden van figuren als Leopold II gaat, begrijp ik de frustratie en de woede om hun dagelijkse aanwezigheid. Ik begrijp dat men wil voorkomen dat ze verheerlijkt worden en in plaats daarvan een veroordeling wil zien. Maar er schuilt gevaar in het uitzuiveren van onze geschiedenis opdat die weerspiegelt wie we hadden willen zijn, in plaats van wie we echt zijn geweest.

Het mag nooit aan de meute worden overgelaten te beslissen wie waardig wordt bevonden en wie niet om deel uit te maken van ons eeuwenoude verhaal. In een democratische samenleving zijn die beslissingen het gevolg van debat en collectieve besluitvorming. Het zou een vergissing zijn onze geschiedenis te vernietigen in plaats van ze van een context te voorzien. In een twitterende wereld van 280 tekens is er in het debat over Black Lives Matter nuance vereist.

Geschiedenis is ingewikkeld. Hoe we ons ertoe verhouden zal mettertijd veranderen en evolueren. Door het prisma van het heden, met al zijn vooruitgang en politieke correctheid, zullen veel van onze historische figuren – en zelfs onze helden – gebreken blijken te vertonen. Zullen we ophouden Voltaire, Shakespeare, Dickens of Melati van Java te lezen? Elke dag opnieuw bekvechten we over de merites van het verleden, in plaats van te proberen de invloed ervan op het heden te begrijpen. Daardoor laten we een kans liggen om een stap verder te komen.

In plaats van een blik rode verf heen te gooien over het standbeeld van een man van wie de meeste mensen een week geleden waarschijnlijk de naam niet eens kenden, zouden we als samenleving meer moeten doen om te begrijpen wie deze mensen waren. We moeten praten over hoe koning Leopold bij leven zo’n 220 miljoen frank uit Congo perste, en hoe op Expo 58 in Brussel Congolese mannen, vrouwen en kinderen in ‘traditionele’ klederdracht tentoon werden gesteld achter een hek, als in een dierentuin voor mensen. Volkerenmoord, oorlog en slavernij zijn de donkere schaduwen in onze wereldgeschiedenis. Een geschiedenis die nooit mag worden vergeten, maar evenzeer een geschiedenis waardoor we ons niet mogen laten omschrijven.

Als zwarte vrouw heb ik me nooit laten omschrijven door woorden als diversiteit, inclusie en quota’s. Ik ben niet het product van inadequaat overheidsbeleid, historische onwetendheid of online haat. Ik ben het product van mijn eigen harde werk en ambitie, en van de overtuiging van mijn ouders dat niets onmogelijk is. Als we wachten tot anderen veranderen voor we ons eigen leven veranderen, zijn we gedoemd onze eigen kracht te verspillen en onze dromen niet waar te maken.

Een standbeeld gaat er niets aan veranderen. 

We moeten onze kinderen leren dat aspiratie en tolerantie de uitgelezen wapens zijn als het erom gaat je stempel te drukken op het streven naar verandering. We moeten er allemaal staan, vechten voor wat juist is, ons uitspreken tegen wat verkeerd is en onze rol spelen in het scheppen van een betere wereld door de kracht van positiviteit en vooruitgang. Wil je George Floyd (als slachtoffer) echt eren ? Dan moet je beseffen dat we dat best doen door allemaal een betere versie van onszelf te worden.