De bespreking van de pandemiewet in de commissie Binnenlandse Zaken woensdag begon zeer slecht. Eerst en vooral was er absolute onduidelijkheid over wanneer de definitieve tekst officieel aan de Kamer was bezorgd. Minister Verlinden verklaarde publiek -via Twitter en persmededeling- dat de tekst maandag was overgemaakt aan de Kamer. Kamervoorzitter Tillieux (PS) verklaarde vandaag echter dat de teksten dinsdagmiddag aan de Kamer werden bezorgd.

Minister Verlinden respecteert procedures niet

Minister Verlinden creëert een gevaarlijk precedent door het informele indienen van een tekst, nota bene door de CD&V-fractie dinsdagochtend, gelijk te stellen met het formeel indienen van een wetsontwerp dat door de koning is ondertekend, zegt Kamerfractievoorzitter De Roover. “Procedures zijn er niet alleen voor de vorm. In een democratie beschermen deze procedures de minderheid tegen misbruik door de meerderheid. Dat deze meerderheid die bij haar aantreden dure woorden sprak over nieuwe politieke cultuur en dialoog, klinkt dan ook zeer wrang.”

Nieuwe elementen, maar geen nieuw advies Raad van State

Een tweede precedent waarvoor deze regering zorgde is het indienen van een wetsontwerp zonder advies van de Raad van State. Immers, de Raad van State stelde dat als de regering haar ontwerp van wetsontwerp zou aanpassen met elementen die niet uit het advies van de Raad voortvloeiden, de regering verplicht is een nieuw advies in te winnen. “Uit een eerste lezing van de tekst blijkt dat er verschillende opmerkingen die het parlement en de juridische experten maakten in de tekst zijn opgenomen. Een nieuw advies van de Raad van State is dus nodig”, vervolgt De Roover.

“Deze situatie dient voor ons eerst uitgeklaard worden, vooraleer wij het debat kunnen voeren. Een minister kan de Raad van State niet negeren, zeker niet in dergelijke belangrijke wetgeving”, besluit Peter De Roover.