Vier jaar geleden lagen de cijfers net omgekeerd en was er dus een licht overwicht van mannen binnen de magistratuur. Het huidige overwicht aan vrouwen komt het best tot uiting bij de zetels van de rechtbanken van eerste aanleg en de arbeidsrechtbanken, met respectievelijk 60 en 63 procent vrouwen. Bij de hoven van beroep is de verdeling van de zetels vandaag zo goed als gelijk, terwijl vrouwelijke magistraten daar vier jaar geleden slechts 40 procent van de dienst uitmaakten. Bij de arbeidshoven is het percentage intussen ook toegenomen van 33 naar 40 procent.

Mannenbastions

Op het hoogste niveau wijzigde de verhouding nauwelijks: bij het Hof van Cassatie is nog steeds 85 procent van de magistraten mannelijk. Ook de laagste rechtscolleges, de vredegerechten en politierechtbanken, blijven mannenbastions. In beide rechtbanktypes wordt de zetel in maar één op de drie gevallen bezet door een vrouw. “De oude generatie is nog mannelijk, maar te vermoeden valt dat ook hier langzamerhand de vervrouwelijking haar intrede zal doen”, besluit Van Vaerenbergh.

Tot slot blijkt het totale aantal magistraten de afgelopen vier jaar te zijn toegenomen, ondanks alle onheilsberichten.