"We zijn op een jaar tijd van nagenoeg geen inflatie naar zes, zeven procent gegaan. Dat heeft te maken met de stijgende energieprijzen, maar ook met de pandemie, waardoor een aantal aanvoerketens verstoord werden en onderdelen voor productie vaak niet op hun plaats geraakten", zegt Van Overtveldt. "Bovendien zorgen prijsstijgingen voor loonstijgingen, en geven loonstijgingen op hun beurt weer aanleiding voor nieuwe prijsstijgingen. Dat is een vicieuze cirkel."
Monetair beleid
Het monetaire beleid is volgens Van Overtveldt een belangrijke katalysator geweest. De N-VA waarschuwt nochtans al vele jaren voor de perverse effecten van het bijdrukken van geld.
"Mevrouw Lagarde, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, wandelde telkens met een grote boog om die kritiek heen en bleef herhalen dat die inflatie van voorbijgaande aard is. Ze zag dus geen reden om in te grijpen op het monetaire beleid."
Intussen treft de inflatie het noorden van Europa veel harder dan het zuiden. "Noord-Europa heeft veel meer export, ook buiten de EU. De inflatie tast de concurrentiekracht aan. In die zin weegt de inflatie zwaarder in het noorden dan in het zuiden. En wij Vlamingen zijn spaarders. We krijgen door het beleid van de Europese Centrale Bank nauwelijks nog een vergoeding op die spaarcenten. Terwijl de inflatie vreet aan onze koopkracht."
Tijd voor actie
"De federale regering doet ondertussen niets. Toen de N-VA in de federale regering zat, hebben we wél gedaan wat moest. We hebben de focus gelegd op hervormingen zoals de taxshift en de hervorming van de vennootschapsbelasting. Maar de huidige Vivaldi-regering wordt gedomineerd door Franstalige partijen en aan Waalse zijde ligt men er blijkbaar niet erg van wakker. Maar het heeft dus wel negatieve, verlammende gevolgen voor Vlaanderen. Als het water van de pandemie straks wegtrekt, zal blijken welke landen er een zwembroek aanhebben. Het is tijd voor actie. We moeten weer meer structurele economische groei krijgen."