‘De politiek moet de problemen durven benoemen.’ Dat is juist. Wel laat ons dat dan ook doen: Het probleem is België. Punt. Deze eindeloze regeringsonderhandelingen vormen daarvan het meest recente bewijs. Zolang niet iedereen die werkelijkheid onder ogen wenst te zien, zijn we gedoemd om te blijven falen.

Het aangeboren verschil

De coronacrisis heeft er sociaal, economisch en maatschappelijk zwaar ingehakt. De cijfers kleuren donkerrood en de strijd tegen Covid-19 lijkt meer te verdelen dan samen te brengen. Een ‘relancebeleid’ moet dringend op poten worden gezet om onze samenleving opnieuw richting te geven.

Maar wat stellen we vast? Een sterk, structureel en standvastig hervormingsbeleid is gewoon niet mogelijk in dit land. En dit om de simpele reden dat Vlamingen en Franstaligen het op zowat alle vlakken totaal oneens zijn over hoe zo’n beleid er dan concreet moet uit zien.

Wallonië ligt dwars

Wanneer je op het niveau van de vage slogans blijft, zoals de klassieker ‘Er moeten meer mensen aan het werk!’, dan knikt de wetstraat collectief ‘ja’. Maar wanneer vervolgens wordt gepoogd om die slogan tastbaar te maken, om maatregelen te beslissen waarmee het doel bereikt kan worden, blijkt dat elke verdienstelijke poging om een degelijk, duurzaam én daadkrachtig akkoord te sluiten, stokt.

Zo is er in Vlaanderen een duidelijke meerderheid om de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd. Dit met het oog op een hogere activering van al wie kan werken en op een uitkeringsbeleid dat focust op zij die het écht nodig hebben. Maar… Wallonië ligt dwars, zelfs de MR steunt deze klassiek liberale eis niet. Het Noorden en het Zuiden van dit land kijken op een fundamenteel andere manier naar de realiteit. Die verschillende visies smeken om een verschillend beleid.

België, middelmatigheid troef

Maar in het verleden hadden we toch wél federale regeringen? Hoe deden die dat dan? Door de verschillen te negeren en middelmatigheid tot een beweerde kunstvorm te verheffen: ‘Het Belgisch compromis’. De onderhandelende partijen eisen dat iedere collega-partij haar meer gedurfde maatregelen schrapt, waarbij taboes tegenover elkaar worden afgekruist. Geen enkele coalitiepartner krijgt waar hij van droomt, de kiezer mag naar de beloftes fluiten, niemand is tevreden. Vervolgens verkopen politici die bestuurlijke leegte als staatsmanschap terwijl zo’n aanpak vooral tot achteruitgang leidt.

De resultaten zijn ernaar. Het Belgisch compromis zorgt ervoor dat er zelden doorgedreven beleidskeuzes worden gemaakt. De vele bric-à-brac staatshervormingen zijn er het toonbeeld van. Zelfs de Zweedse regeringscoalitie die ideologisch meer coherent was en daardoor mooie resultaten kon boeken, bleef met een te mager hervormingspalmares achter. Het is daarmee bewezen: België kan misschien wat meer op z’n Vlaams en dus beter, maar nooit echt goed worden bestuurd.

Daardoor is dit land kampioen in alle foute kampioenschappen. Nog steeds te weinig mensen aan de slag, te hoge belastingen, inefficiënt bestuur en verspilling alom. Roestige vastheid verpakt als rustige vastheid.

Lichtblauw

Ook nu moet de gigantische kloof met Wallonië worden overbrugd. Vandaag probeert Open VLD een akkoord te sluiten met de PS én Ecolo. ‘De kiezer heeft de kaarten nu eenmaal zo gelegd en zo zit België nu eenmaal in elkaar’, declameert het traditionele commentariaat.

Wat echter bovenal bevreemdt, is niet hoe Open VLD vandaag met de PS wenst te besturen, maar dat ook morgen en overmorgen wil doen. Meer dan ooit zelfs. Want bevoegdheden die nu Vlaams zitten, veilig buiten het Waals ecolo-socialistisch bereik, wil Open VLD terug herfederaliseren. De liberalen verkiezen compromissen met Waals links, boven exclusief Vlaams met centrumrechtse partners.

Jammer dat liberalen dat niet lijken in te zien. Hun hernieuwde promesse van een (eindelijk) echt donkerblauw liberaal beleid kan in België nochtans nooit worden ingelost. In Vlaanderen wel. Liberalisme en belgicisme, daar is geen eerbaar compromis tussen te vinden. Daarvoor is Wallonië gewoon te links. Wie pleit voor efficiëntie kiest niet voor tricolore emotie, maar kiest voor Vlaanderen.

Structuren aanpassen om structureel te hervormen

Bart De Wever wilde toch ook een deal met Paul Magnette sluiten? Juist, al is er een wezenlijk verschil. De regionalistische PS blijkt het Nood-Zuid-verschil wel te erkennen. Dat de regio’s verschillende noden en wensen hebben, dat ook de N-VA en de PS erg verschillend zijn, en dat een diepgaande relance op maat van Vlaanderen per definitie anders kleurt dan die voor Wallonië.

Ook daarom koos hun startnota niet voor een naïef geloof in een langdurige deal over een eenvormig Belgisch herstelbeleid, maar wel voor een korte crisisregering van beperkte duur (twee, mogelijk drie jaar) en met beperkte samenstelling (minder ministers). Een regering die de institutionele paradigmashift verder moest uitwerken met oog op de toekomst én er in haar beleid en werking onmiddellijk op moest anticiperen. Zodat Noord en Zuid nu al regionaal geïnspireerde maatregelen konden nemen, en dit beleid in een volgende fase structureel verankerd kon worden.

Want enkel met confederalisme kan deze Belgische brij worden ingeruild voor regionale smaakbommetjes. Waarbij Vlamingen en Franstaligen de mogelijkheid krijgen hun eigen beleid, naar eigen inzichten te voeren, op eigen verantwoordelijkheid en eigen kosten. Het probleem is België, de oplossing ligt niet in meer Belgische compromissen maar in meer Vlaams en Waals realisme.