Waarom? De burger heeft letterlijk gevochten voor het stemrecht. Dit democratisch basisrecht moet te allen prijze gevrijwaard blijven. Meer nog, dit recht is aan een versterking. Het spreekt voor zich dat een democratische natie het stemrecht moet koesteren en het democratisch bewustzijn bij de bevolking moet blijven aanwakkeren. De opkomstplicht afschaffen is voor mij daarom de juiste weg om dat te doen.

Andere tijden, andere noden

Ook ik stel vast dat het democratisch bewustzijn langzaamaan wegdeemstert bij onze burgers. De tijden veranderen, de noden veranderen. Het politieke schouwspel van vandaag motiveert sommigen ook weinig en daar heb ik alle begrip voor. Doordat het in België verplicht is om te gaan stemmen maar niet om te stemmen, ervaren heel wat mensen het dus eerder als een last dan als een plicht. Velen gaan omdat het moet, al morrend omdat het zondag is.

Ook veel politici beseffen dat en maken er een sport van om zo veel mogelijk ‘stemvee’ naar het hokje te loodsen, een woord dat niet vanzelf in de Van Dale is geraakt. Mensen die dan toch maar voor die ene partij gaan, omdat ze nu toch in dat stemhokje staan.

Die mentaliteit vertaalde zich ook in het aantal proteststemmen en blancostemmen bij de jongste federale verkiezingen: 1,25 miljoen stemmen gingen ‘verloren’ door afwezigheid (9,99 procent) of door een ongeldige/blanco stem (6,07 procent). Geen enkele thuisblijver voelde daar de gevolgen van, wat ergens ook weggeeft dat de staat andere prioriteiten heeft.

Juridische plicht

Dan wordt het dus slechts een juridische plicht voor een mens. Geen voorrecht maar iets waar men tegen opziet. Wat is daar de waarde nog van? En moeten we daar jarenlang beleid op baseren? Daarom legde ik in de Kamer verschillende wetsvoorstellen neer die eveneens een einde moeten maken aan deze verplichting op federaal niveau. Daarvoor is een herziening van artikel 62 van de Grondwet noodzakelijk.

Het argument dat ik inderdaad het vaakst hoor, is de veronderstelling dat de sociaal zwakkeren hierdoor benadeeld zouden worden. Die zouden minder gaan stemmen en daar ook de politieke gevolgen van dragen. Maar dat argument snijdt toch geen hout? In de Scandinavische landen is er ook geen opkomstplicht, net zoals in het overgrote deel van de Europese lidstaten. Moeten we dan concluderen dat de zwakkere groepen het in België beter hebben dan in die landen?

Men vergeet bovendien dat niet-gemobiliseerde kiezers wel degelijk te mobiliseren zijn. Waar deze kiezers nu verplicht zijn om te gaan stemmen, moeten deze kiezers bij een afschaffing van de opkomstplicht overtuigd worden om te gaan stemmen. Dat vind ik zelf een heel waardevolle taak als politicus. Het volk niet alleen moeten overtuigen van jouw partij, maar ook van de waarde van stemmen, van actief deelnemen aan onze democratie.

Een ander argument dat ik vaak hoor is dat de opkomst bij verkiezingen vooral hoog ligt indien de belangen hoog zijn. En dus eerder laag wanneer er weinig belangen te verdedigen zijn. Ergens een logische redenering, maar is het ergens niet aan de politici om burgers te overtuigen van het belang van hun beleidspunten, groot of klein? De overtuigingskracht moet uit de inhoud komen.

Het afschaffen van de opkomstplicht zal inderdaad leiden tot een zekere gedragswijziging. Maar ik schat die alleen maar positief in. Stemmen wordt opnieuw een plicht die voortkomt uit een verantwoordelijkheidsgevoel bij de burgers, een drang om te participeren, om het beleid mee vorm te geven. En politici? Ja, die zullen harder moeten werken voor hun stem. Maar daarmee zal die alleen maar waardevoller worden.  

In dat opzicht is het afschaffen van de opkomstplicht niet minder dan een absolute noodzaak ter versterking van de democratie.