Hoewel corona een stevige druk veroorzaakte op het inkomen van de kunstenaar, verschilt de economische positie van de creatieve professionals niet wezenlijk in vergelijking met eerder onderzoek uit 2014, 2016 en 2018. Heel wat professionele kunstenaars besteden nog steeds niet hun volle arbeidstijd aan hun creatieve kernpraktijk, onder meer omdat ze voor heel wat gepresteerde uren niet of tegen een te laag tarief worden vergoed. Vaak combineren kunstenaars hun creatieve activiteit met een andere job, bijvoorbeeld als leerkracht in een kunstacademie of in de horeca. “Dat de studie ook aantoont dat de steunmaatregelen tijdens de coronacrisis grotendeels hun doel hebben bereikt en dat ondanks de fysiek en mentaal moeilijke jaren de mindset om creatief aan de slag te gaan en te blijven niet is afgezwakt, is hoopgevend en toont de veerkracht van onze creatieve sector”, aldus Coudyser.

Uit het onderzoek blijkt ook dat een correcte verloning een uitdaging blijft en dat zeker grotere culturele organisaties daarin hun verantwoordelijkheid moeten nemen.  Het Vlaams beleid sensibiliseert daarin maximaal en zet daar ook op in. De coronasteunmaatregel ‘culturele activiteitenpremie’ verplichtte een minimumverloning voor de kunstenaar en de gelijklopende sectorcampagne ‘Juist is Juist’ krijgt volop steun. Tot slot creëert het VIA3-akkoord aandacht voor faire verloning door in te zetten op het zichtbaar maken van het zogenaamde ‘onzichtbare werk’: (voorbereiden van) repetities, vergaderingen, …

“Ook het nieuwe kunstendecreet bevat het criterium dat cultuurorganisaties enkel gesubsidieerd worden als ze aandacht schenken aan een eerlijk loon voor kunstenaars en cultuurwerkers. Dit zal zijn vruchten afwerpen vanaf 2023. En zo wordt werken in de sector aantrekkelijker en hopen we de werkzaamheidsgraad verder te verhogen in Vlaanderen”, vult Coudyser aan.

Ten slotte verwijst het onderzoeksrapport ook naar het federaal beheerde kunstenaarsstatuut. Dit apart werkloosheidsregime enkel en alleen voor kunstenaars zou geen optimaal instrument zijn voor alle professionele kunstenaars. Een grondige hervorming is aan de orde. En daar knelt het schoentje. ”De hervorming van het kunstenaarsstatuut zoals Vivaldi het nu voorstelt verlaagt de drempel tot toetreding en verhoogt de uitkeringen. Ze creëert een werkloosheidsval voor de professionele kunstenaar en blijft blind voor initiatieven van de deelstaten, of in elk geval van Vlaanderen. De N-VA begrijpt de spreidstand van CD&V en Open Vld niet: in Vlaanderen pleiten ze voor activering en een hogere werkzaamheidsgraad, in de Vivaldi-coalitie ondergraven ze hun Vlaams pleidooi. In plaats van inactiviteit te faciliteren is het voor de N-VA zaak kunstenaars aan de slag te helpen en een eerlijk loon te bieden voor hun artistieke prestaties en zo bestaanszekerheid te bieden”, besluit Coudyser.