Gisteren maakten de Franse president Macron en de Duitse kanselier Merkel een voorstel wereldkundig om tot een 'herstelfonds' te komen om de gevolgen van de corona-pandemie op te vangen. Aandachtige lectuur van het Frans-Duitse initiatief levert interessante vaststellingen op. Van de vermeende historische bocht (U-turn) van Angela Merkel blijft dan alvast weinig over.

Zo komen de woorden gift/subsidie ("grants") als dusdanig niet voor in de gezamenlijke verklaring van de twee staatshoofden. Na het leningenpakket van 540 miljard, overeengekomen in de Eurogroep (de minister van Financiën van de Eurozone) enkele weken terug, was de druk nochtans groot om met giften en niet met leningen over de brug te komen. En liefst giften zonder verdere condities.

De aankondiging van Macron en Merkel om de besteding van het herstelfonds, zeer expliciet opgezet als een tijdelijk fonds, te laten verlopen via begrotingsuitgaven van het EU-budget impliceert dat alle uitgaven sowieso aan grondige voorwaarden zullen zijn onderworpen. Bovendien betekent het gebruik van deze route dat de bestedingen niet noodzakelijk via subsidies zullen lopen. Het is zeker zo dat voor wat betreft Europese uitgaven in de gezondheidszorg, crisisparaatheid en in mindere mate voor onderzoeks- en ontwikkeling, subsidies de manier bij uitstek vormen om deze uitgaven effectief te doen. Maar op andere terreinen is dat veel minder het geval, zoals uitvoerig blijkt uit documenten van de Europese Commissie.

Zo kan bijvoorbeeld het huidige InvestEU, de opvolger van het Junckerplan, verdubbelen in omvang en kunnen er uitgavenvensters aan worden toegevoegd waaronder een zogenaamd "Solvency Support Instrument", zo lezen we in Commissie-documenten. De middelen die daar dan zullen worden ingezet zijn geen subsidies maar financiële instrumenten die kunnen gaan van leningen, over borgstellingen tot rechtstreekse tussenkomsten in het kapitaal (private equity).

Uiteraard zal de tijd moeten uitwijzen waar het evenwicht tussen giften en leningen kan worden bereikt. Er blijven immers landen als Nederland, Denemarken, Zweden en Oostenrijk die in een eerste commentaar op het plan Merkel/Macron alvast weinig twijfel lieten bestaan over hun veto tegen giften. De beslissing zal in ieder geval bij unanimiteit moeten genomen worden. Het resultaat zal alvast geen schoonheidsprijs winnen, dat is nu al zeker. Bovendien hoor je nu ook al insinuaties dat door sommigen de weg naar het Duits Constitutioneel Hof al wordt ingeslagen.

Maar alle ingrediënten voor een akkoord zitten er in. Er is ook de opzet van het herstelfonds, met een vooraf gekend volume en einddatum, met een bindend terugbetalingsplan, in een zware wetgevende procedure. Dat alles moet het vertrouwen geven dat het hier gaat om een éénmalige operatie voor ongebruikelijke omstandigheden, en dat het geen aanleiding geeft tot permanente schuldfinanciering.

Wat iedere lidstaat zal ontvangen uit- en betalen aan het herstelfonds is op dit moment nog onduidelijk. Als bij de verdeling van de terugbetalingslast rekening zou worden gehouden met het relatieve aandeel van elke lidstaat in de bestedingen van het fonds, dan wordt de onderlinge solidariteit terug voor een stuk geneutraliseerd. Bovendien kan er ook nog steeds een korting worden toegekend aan de lidstaten die onevenwichtig veel bijdragen aan het herstelfonds en er maar weinig gebruik van maken, met hetzelfde resultaat inzake herverdelende solidariteit.

De corona-epidemie en haar zware sociaal-economische gevolgen vereisen solidariteit tussen minder en zwaar getroffen landen en regio's. Solidariteit, zo weten we al heel lang in België, kan echter niet zonder verantwoordelijkheid. Verbreekt men de band tussen beide begrippen dan zullen de nu al zeer moeilijke discussies in Europa helemaal onmogelijk worden.