De Europese klimaatambities verhogen naar -55 procent minder broeikasgasuitstoot tegen 2030 komt vandaag weer een stap dichter. Hoe minder broeikasgassen de lucht in gestuurd worden, hoe de aarde minder snel opwarmt. Als ik Hendrik Vos op Radio 1 mag geloven wordt die -55 procent een makkie. Ook in Vlaanderen. Maar wat dit nu concreet wil zeggen voor Vlaanderen? Dat zou ik ook erg graag weten. Op geen enkel Europees of intra-Belgisch overleg komt daar een antwoord op. En wellicht zal ook Hendrik Vos dat antwoord of zijn berekeningen schuldig blijven.

De waarheid is simpel: er is nog geen enkele berekening vanuit Europa over welke gevolgen dit heeft voor Vlaanderen en voor de betaalbaarheid van de facturen voor gezinnen en kmo’s. Wellicht ontsnappen ook al die zaken aan de aandacht van Hendrik Vos, die vooral mee de propagandamachine voedt, maar blind is voor al de rest. Blind ook voor de gevolgen voor de belastingbetaler.

Laat mij heel erg duidelijk zijn: ik ben zeer ambitieus in het halen van realistische doelstellingen en als we nog beter kunnen doen, zal ik daar volop voor gaan. En met mij de voltallige Vlaamse regering. Maar, een blanco cheque tekenen doen wij niet. Wij gaan voor -35 procent en we werken keihard verder om dit ook te realiseren. Dat is heel veel, als je weet dat we de Vlaamse uitstoot de voorbije 15 jaren slecht met 3 procent verminderden. Ondanks de vooropgestelde doelstelling van 15,7 procent in 2020, ondanks 29 miljard groenestroomcertificaten die elke Vlaamse elektriciteitsgebruiker nog moet afbetalen tot 2030.

Wil dat zeggen dat Vlaanderen anderen wil tegenhouden om naar -55 procent te gaan? Zeker niet. Elke regering moet voor eigen deur vegen en gaat de engagementen aan die ze wil en kan aangaan. Maar dat neemt niet weg dat Vlaanderen, zoals steeds, wil dat het werk grondig en eerlijk gebeurt. En daar wringt het schoentje.

De teksten die telkens weer voorliggen zorgen voor heel veel onduidelijkheid. Wie doet welke inspanningen? Met welke middelen? En welke impact heeft dat op onze concurrentiekracht? En op de gezinnen in armoede? Vragen die zelfs niet gesteld mogen worden.

Het moet me toch van het hart dat we leven in een politieke opbodcultuur. Niet de meest realistische doelstellingen worden geprezen, maar de hoogste. Het verleden leert dat steeds hogere doelstellingen projecteren waarvan iedereen op voorhand weet dat ze onhaalbaar zijn, ons en de mensen thuis achteraf met hogere kosten opzadelen. Laten we leren uit het verleden. Dat doen we door niet te snel ‘ja’ te zeggen, maar door het huiswerk grondig te doen. En vooral werk te maken met de doelstelling die je je oplegt. Wij willen vooruit en zullen dat doen, maar in een model gebaseerd op innovatie en op behoud van de levensstandaard van de mensen.