De lockdowns en het heen-en-weer geslinger tussen hoop, verlies en afzondering hebben onze geest voor zware beproevingen gesteld. Zo ook die van onze jongeren. De meest veerkrachtigen pikten snel de draad weer op en begonnen met volle moed aan de roaring twenties, maar veel van hen bleven ook hangen in de nevel die corona heeft verspreid in hun jonge leven.

Waar is de ambitie?

Het is dus van groot belang dat er ook in de toekomst veel ambitie getoond wordt op vlak van geestelijke gezondheidszorg. Anderhalf jaar geleden stemden we in het federaal parlement de intentie tot hervorming van de geestelijke gezondheidszorg mét bijhorend budget. Maar dat lijkt bij een intentie te blijven. Zo werd deze zomer met grote trom aangekondigd dat vanaf september elke patiënt voor 11 euro naar de psycholoog zou kunnen gaan. Maar bij een nadere lezing van het door minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke afgesloten akkoord blijkt echter dat het project nog maar in de kinderschoenen staat. Een ongelofelijke teleurstelling voor wie eindelijk een financiële uitweg zag uit een emotionele put.

Wat we nodig hebben is implementatie, veel meer dan pure communicatie. Want uit recente cijfers van Zorgnet-Icuro blijkt dat vandaag één op de vijf minderjarigen en één op de zeven volwassenen met een psychische stoornis kampt. Het laatste wat we nodig hebben is een plan voor de Geestelijke Gezondheidszorg dat dan ook nog eens met haken en ogen aaneen hangt.

Trauma bovenop de pijn

Zo is er bijvoorbeeld weinig aandacht voor zorg op maat in het plan, zeker op vlak van geestelijke gezondheidszorg voor jongeren. Drie op de tien jongeren krijgt namelijk pas binnen het jaar een professionele behandeling, duidt ook Zorgnet-Icuro, en soms is die helemaal niet adequaat. Heel wat jongeren met complexe psychische aandoeningen komen zelfs noodgedwongen terecht op de psychiatrische afdeling voor volwassenen, terwijl ze de wereld helemaal niet ervaren als een volwassene. De mentale impact daarvan me nogmaals bevestigd in een gesprek met een 17-jarig meisje, Clarisse, die hetzelfde overkwam en uiteindelijk de afdeling verliet met een extra trauma door behandelingen met dwangmaatregelen zoals fixatie en isolatie.

Maar hoe komt dat toch, vraagt u zich waarschijnlijk af? Wel, simpelweg door ons systeem. Ook de geestelijk gezondheidszorg wordt gefixeerd binnen het Belgische construct. De bevoegdheden die zich wél op Vlaams niveau bevinden, zijn nog maar recent en geleidelijk aan op deelstaatniveau terechtgekomen. Waardoor er al veel stappen vooruit zijn gemaakt, maar niet genoeg om de tanker te keren. Daarvoor werden ze ook al te lang stiefmoederlijk behandeld.

Op het federale niveau bevindt zich ook grotendeels het luikje financiering. België investeert slechts een kleine 6 procent van het federale gezondheidsbudget in geestelijke gezondheidszorg. Volgens de OESO moet dat ten minste 10 procent van het gezondheidsbudget zijn, en een kwart van dat budget zou naar kinderen en jongeren moeten gaan. Maar een betere verdeling van dat budget, zoals onze fractie voorstelde, zien we opnieuw niet voldoende terug in wat nu voorligt in het federaal parlement, zeker niet na de vele jaren van onderinvesteringen of federaal niveau.

Het monster van Frankenstein

Kortom, het is hoog tijd om definitief komaf te maken met het monster van Frankenstein dat onze federale gezondheidszorg geworden is ten gevolge van de koehandel bij de opeenvolgende staatshervormingen. We moeten eindelijk werk maken van homogene bevoegdheidspakketten (inclusief bijhorende middelen) op het meest geschikte niveau, zijnde de deelstaten, die dan elk, helemaal vrij van institutionele belemmeringen, volledig en naar eigen inzichten hun visie op fundamentele wijze kunnen uitstippelen en volgen.

Mijn fractie diende dan ook een resolutie in die al deze pijnpunten én meer wel aanraakt. Voor meer ambitie in onze geestelijke gezondheidszorg. Voor Clarisse en voor haar lotgenoten. Voor iedereen die vandaag worstelt. Minister Vandenbroucke, laten we nu eindelijk eens levens veranderen. In mij heeft u een partner.